woensdag 31 maart 2010

Een 7,2 op de schaal van Richter voor humor

Eindelijk weer eens een grappig stukje in de krant. Het gaat over gevoel voor humor. Nederlanders blijken zichzelf gemiddeld een 7,2 te geven als het op gevoel voor humor aankomt. Een mooie score als het op je eindexamenlijst achter je moeilijkste vak staat. De gemiddelde Nederlander doet niet aan zesjescultuur in ieder geval, dus Balkenende is ook blij. Of hij zelf heeft meegedaan aan dit onderzoek, weet ik niet. Ik vind hem in ieder geval grappig met zijn rare loopje en eigenwijze gezicht. En ook zijn uitspraken in het kader van de verkiezingskoorts: “Ik ben geen man om op de winkel te passen, ik ben een man van grote stappen”. Gelukkig dat hij zelf ook door heeft dat als ondertussen vier winkels failliet had laten gaan als hij bedrijfsleider was geweest in plaats van premier. Maar die grote stappen maakt hij wel en dat maakt hem juist zo koddig als hij loopt. Alleen zijn dat niet die grote stappen die hij bedoelt. Ruimschoots gevoel voor humor in huis dus, met zo'n uitspraak.

Volgens de gemiddelde Nederlander is Femke Halsema de grappigste politicus, al scoort zij slechts een 5,4. Leuk zijn in de politiek is blijkbaar niet zo heel erg leuk. Gelukkig is de politiek niet bedoeld om leuk te zijn, maar een beetje humor kan natuurlijk een lastig debat wel een beetje vlottrekken. En als wat meer politici zichzelf nu eens iets minder serieus zouden nemen, zouden ze misschien wel op dezelfde score kunnen komen als de gemiddelde Nederlander. Kom op jongens en meiden, weg met die onvoldoende. Ga voor de ruime voldoende. De ware VOC mentaliteit moet op het gebied van humor ook maar weer eens de kop opsteken.

Wat ik wel apart vond was dat Ruben Nicolai volgens de meeste mensen de leukste televisiepresentator is en toch maar precies hetzelfde cijfer krijgt als de gemiddelde Nederlander zichzelf geeft. Een 7,2 dus. Hoe kan dat nou? Betekent dit dan dat de gemiddelde Nederlander denkt dat hij of zij net zo goed en grappig kan presenteren? Moeten presentatoren van een amusementsprogramma dan niet leuker zijn dan wijzelf om onze aandacht vast te houden? Paul de Leeuw krijgt slechts een 6,5! Waarom kijken we dan nog naar hem? Een avondje kletsen met onze familie die gemiddeld zichzelf een 7,2 geeft zou dan toch leuker moeten zijn?

Volgens mij kun je hier maar 1 conclusie uit trekken. De gemiddelde Nederlander overschat zijn eigen gevoel voor humor. Oh, wat vinden we onszelf leuk. Wij verdienen een dikke voldoende. Maar kijk nou eens goed om je heen als je dat grapje maakt dat jezelf zo leuk vindt. Lacht de rest wel net zo hard met je mee? Thuis ben ik vaak getuige van pijnlijke situaties als de ene huisgenoot een grapje maakt dat door de andere huisgenoot niet zo gewaardeerd wordt. De ontvanger van het grapje waardeert deze gemiddeld echt niet met een 7,2. Is dat buitenshuis anders? Nou, vaak niet. Het valt me vaak op dat mensen zelf het hardst om hun eigen grapje lachen. Ik heb zelf ook wel eens een opmerking gemaakt die ikzelf wel met een 9 gewaardeerd zou hebben, maar dat de rest van de familie niet boven een 6 je uitkwam.Mijn tweelingzus is er nog beter in, vraag maar aan haar kinderen.

Maar gelukkig, we weten volgens het krantenstukje wel goed welke bekende Nederlanders niet leuk zijn. Zij scoren dan ook een onvoldoende. En wie zijn dat dan? Nou, Gordon en Gerard Joling en als klap op de vuurpijl Albert Verlinde en Patty Brard. Wat dat betreft heeft de gemiddelde Nederlander het wel goed gezien. Deze mensen zijn inderdaad niet leuk. Maar zij vinden zichzelf wel heel leuk. Ze schateren het uit al bij het tweede woord van elke zin die ze gebruiken. Het zijn eigenlijk gemiddelde Nederlanders, maar dan erger. Veel erger!

Er zijn genoeg mensen die echt gevoel voor humor hebben. Verder zijn er nog mensen die je een goed gevoel geven omdat ze vrolijk zijn, vriendelijk of enthousiast. Maar dat de gemiddelde Nederlander een 7,2 verdient voor humor? Bureau Intomart zou eigenlijk een vervolgonderzoek moeten doen om te kijken hoe deze mensen werkelijk scoren op de schaal van Richter voor humor. Maar die bestaat niet, helaas. Zo lang hij nog niet bestaat, geef ik mezelf een 7,3. Net meer dan de gemiddelde Nederlander.

maandag 29 maart 2010

Waarom reageren op een winkelverbod?

Donderdagavond was ik bij de avond in Camille waarbij de nieuwe stadsfotograaf bekend zou worden gemaakt. Het was een heel gezellige avond, waarop vooral veel tips werden gegeven aan de inzenders die het 'net niet' geworden waren. Door bevlogen fotografen werd verteld hoe een foto het ‘helemaal’ had kunnen zijn, door recht voor het object te gaan staan of juist vanuit een buikligging het object in de lucht te laten zweven, of door te kiezen voor ‘less’ in plaats van ‘more’. De amateurfotografen die meededen aan de wedstrijd reageerden enthousiast. Hier konden ze tenminste iets mee. Vorig jaar was ik ook al aanwezig bij de verkiezing voor stadsfotograaf en ik heb daarna ook geregeld mijn man toegeroepen:” Ga nu eens door je knieën, vanuit een lager standpunt wordt de foto veel mooier.” Zelf ben ik ook wel eens op mijn buik gaan liggen om de cavia’s te fotograferen. Ze kregen daardoor wel een onderkin, maar de foto werd wel heel apart.

Natuurlijk waren er ook heel bijzondere foto’s. De Schoffelaar was vanuit een bijzondere hoek genomen, waardoor je hem heel anders zag dan je gewend bent. Ook waren er prachtige natuuropnames, waarvan je dacht dat ze bijna niet in Beverwijk genomen konden zijn. Soms was er wat bewerking op de computer aan te pas gekomen, waardoor een surrealistisch effect gerealiseerd werd. Zoveel mensen, zoveel smaken. Een hartstikke leuke avond, die natuurlijk weer georganiseerd werd door vrijwilligers die al hun ziel en zaligheid in de kunst en cultuur van Beverwijk stoppen. Zij verdienen een pluim!

In de krant stond de volgende ochtend een foto van de winnaar Bert Giebels. Een prachtige winteropname. Toen ik vanmorgen op de site van het NKD keek, zag ik dat er geen reactie op gekomen was. Eigenlijk had ik wel wat enthousiaste reacties verwacht, want het was een heel bijzondere opname.

Maar toen viel mijn oog op een stukje dat wel tot heel veel reacties had geleid, namelijk het stukje over een 84-jarige die een Dekamarkt-verbod van een jaar had gekregen, omdat hij gestolen zou hebben. Daar waren 62(!) reacties op gekomen. Heel veel mensen vonden dat de Dekamarkt de man het voordeel van de twijfel had moeten geven. Hij zou zich wel vergist hebben. Het feit dat Dekamarkt geen commentaar had gegeven gaf de meesten blijkbaar niet te denken. Een enkeling reageert maar dat hij/zij de reactie van Deka graag zou willen kennen: hoor en wederhoor. Anderen beginnen over hun eigen goede gedrag (zelf ooit teruggegaan met een per ongeluk meegenomen boodschap) of juist niet teruggegaan (met per ongeluk meegenomen chocoladereep die daarna juist met extra veel smaak is opgepeuzeld). Wat weer leidt tot een ander die constateert dat deze schrijver toch juist met een dieet was begonnen? Je houdt het niet voor mogelijk wat een stukje in de krant bij mensen losmaakt. En dan gaat het hier nog maar om een 84-jarige die beschuldigd wordt van winkeldiefstal.

Hoe komt het nu dat zoveel mensen op zo’n stukje reageren? Ik speel graag amateur-psycholoog, dus ik fantaseer er maar wat op los.
1. Ze zijn zelf ooit onterecht beschuldigd van winkeldiefstal en dat gevoel komt door het lezen van zo’n stukje terug. Met terugwerkende kracht verontwaardigd, dus.
2. Ze gaan er vanuit dat mensen die iets beweren (zoals de man van 84 in het stukje) per definitie gelijk hebben en degene die geen commentaar wil geven (in dit geval Dekamarkt) de ‘slechterik’ is.
3. Of misschien geloven ze misschien wel in het sprookje dat alles wat in de krant staat, waar is.
4. Ze reageren omdat zoveel andere mensen gereageerd hebben, dan moet het wel een interessante discussie zijn. Of ze reageren altijd al op froem en dat doe je dan dus nu ook. Men kent elkaar van het internet.
5. Ze kennen de betreffende man als een vriendelijke buurman die ’s morgens netjes “goedemorgen” zegt.



Maar waarom las ik die 62 reacties eigenlijk? Eigenlijk alleen maar omdat het er zoveel waren en toen was ik wel benieuwd hoe de discussie ging. Heb ik dan ook een mening hierover? Ja, die heb ik. Ik dacht toen ik het stuk las, dat er waarschijnlijk wel meer aan de hand was, waardoor ik geen reëel beeld van de situatie kon krijgen. Dus eigenlijk zonder conclusie ter zijde gelegd. Ik vorm liever mijn mening over zaken waar ik meer weet van heb. Zoals zo’n avond in Camille over fotografie. Dat was een geweldige avond, die ook nog eens een keer wat opleverde, namelijk de nieuwe stadsfotograaf Bert Giebels die het komende jaar samen met de nieuwe stadsdichter Frits Smid kunstwerkjes gaat produceren van kunst en cultuur.

woensdag 24 maart 2010

De kracht van cultuur

Gisterenavond was in het Kennemer Theater een avond over de kracht van cultuur. Hiervoor waren instellingen en gemeenteraadsleden uitgenodigd. De bedoeling was duidelijkheid te scheppen over de economische en sociale waarde van cultuur en de discussie aan te gaan met raadsleden (die waarschijnlijk binnenkort flink moeten bezuinigen op de gemeentebegroting) en de vertegenwoordigers van instellingen.

Vanmorgen las ik het verslag in de krant en laat de schrijfster daar nu precies een kop boven te hebben gezet die nergens op slaat: “Cultuur blijft een sluitpost”. Wat deugt er volgens mij nu niet aan zo’n titel? Nou, ten eerste is cultuur tot nu toe geen sluitpost geweest. Als er in de gemeente bezuinigd werd, werd altijd veel breder gekeken. Ten tweede, heeft niemand tijdens de discussie dit gezegd. Het is een conclusie die de schrijfster zelf trekt, nadat een raadslid heeft gezegd:”Maar nu zijn we verplicht om te bezuinigen en het potje voor cultuur ontkomt hier niet aan.” Als ik dat hoor, denk ik dat geen enkel potje in de gemeente de komende jaren heilig is, dus dat alle potjes er min of meer aan moeten geloven. Daar zullen ook subsidies bijzitten, dat zal onvermijdelijk zijn. Maar dat is toch niet hetzelfde als “een sluitpost”?

De algemene opvatting tijdens de discussie was dat cultuur wel degelijk meerwaarde heeft en dat de aanwezigheid van cultuur voor mensen van betekenis is. Het beïnvloedt ook hun keuze voor een woonplaats. In Beverwijk valt veel te beleven op het gebied van cultuur. Veel vrijwilligers steken hun tijd in het opzetten van unieke projecten met vaak een kleine subsidie van de gemeente als steun. Deze mensen verdienen waardering en dat krijgen ze niet altijd. En wanneer een gemeenteraad dan moet gaan praten over bezuinigingen, en het onderwerp cultuur genoemd wordt als 1 van de mogelijkheden, dan kun je je voorstellen dat ze zich wanhopig afvragen of de meerwaarde dan niet gezien wordt.

In de twee jaar dat ik wethouder cultuur ben, heb ik veel instellingen en initiatiefnemers aan mijn tafel gehad. Vaak konden we in goed overleg door creatief denken oplossingen verzinnen om initiatieven te realiseren. Soms kwam daar extra geld bij kijken, soms waren er andere oplossingen. Maar ik weet zeker dat er van alle kanten (en zeer zeker ook vanuit de gemeente) de afgelopen jaren flink is geïnvesteerd in cultuur in Beverwijk en Wijk aan Zee.

Toen dan ook 1 van de panelleden keer op keer aangaf dat je van de gemeente niets te verwachten had en dat ze liever buiten de gemeente omging, werd ik toch echt boos. Want dit was nu juist het enige panellid dat ik nog nooit aan mijn tafel had mogen ontvangen voor een gesprek. En dan juist zij doet zulke uitspraken die nergens op slaan. Ik heb dan ook gereageerd door te zeggen dat het grote onzin was en dat we juist heel veel bereikt hebben in samenwerking met instellingen en initiatiefnemers en dat ze niet eens ooit was komen praten. Dus hoe ze er nu bij kwam dat je met de gemeente geen kant op kunt?

De journalist schreef vanmorgen in de krant dat een ambtenaar uit de zaal een boze reactie gaf. Zij wist blijkbaar niet wie ik was. De rest van de zaal gelukkig wel en veel mensen kwamen na afloop nog even zeggen dat ze vonden dat ik groot gelijk had om er wat van te zeggen. Zij vonden ook dat we prettig samengewerkt hadden en veel hadden bereikt. Nu is het een kwestie van volhouden en doorstomen. Natuurlijk zal de komende jaren bezuinigd worden, ook op cultuur. Is het niet lokaal, dan wel provinciaal. Maar de kunst is om de kunst en cultuur de kracht te laten behouden die het heeft. Daar moeten instellingen en stadsbestuur samen voor gaan. Cultuur mag nooit een sluitpost worden!

maandag 22 maart 2010

En nu naar buiten en bewegen!

Het was mooi weer zondag 21 maart, de dag dat de lente toch eindelijk echt begon. Op de Bazaar was het NK Panna georganiseerd, waar ook door Streetrulez en de gemeente Beverwijk aan meegewerkt werd. Buiten was met opblaasranden een veldje gemaakt, waar lekker gevoetbald kon worden maar waar ook ruimte was voor clinics. Zo werd er touwtje gesprongen, maar dan op een manier die ik vroeger niet voor mogelijk had gehouden. Wij vonden het al heel wat als we met dubbele touwen in de weer waren. Dan moest je oppassen dat je niet in de touwen verstrikt raakte. Maar dit was meer een show van hoe ingewikkeld je kon springen met hoge jumps en draaien. Ook was er een clinic streetdance en gelukkig was er door het mooie weer genoeg animo om buiten lekker in de weer te zijn.

In de grote Panna tent was het ook druk. Bij Panna voetbal hoort een bepaald soort muziek, die tussen muziek en schreeuwen in zit. Het volume is ook zo hard, dat je eigenlijk niet kunt praten. Maar dat is ook helemaal niet de bedoeling. Je komt om naar panna te kijken. Het proberen iemand door de benen te spelen (het poorten van vroeger) of anders zoveel mogelijk doelpunten te scoren.

Ik kwam niet speciaal om veel naar Panna te kijken. De gemeente Beverwijk had een kraam van Wijkgericht werken en Beverwijk Beweegt. Zo wilden we aandacht vragen voor het genoeg bewegen van de jeugd. We deelden zakjes uit met een appel en koekjes om na het zo belangrijke bewegen ook een gezonde voeding (in ieder geval de appel) te bevorderen. Deze actie was een groot succes en de medewerkers deelden in totaal wel 1500 zakjes uit. Ook was er informatie te vinden over wijkgericht werken, er waren gadgets en er was veel informatie over de verschillende doelgroepen van Beverwijk beweegt. Zo is er speciale aandacht voor de groep ouderen die we ook met projecten vanuit de gemeente ondersteunen. En voor de jongeren hebben we Streetrulez. Het is al een groot succes bij de jongens en nu gaan er vanaf mei ook speciale avonden komen voor meiden, waarin allerlei sporten worden aangeboden. Vanaf 19 mei starten deze op het Johan Cruijff Court en ik ben heel benieuwd. Soft-tennis, hockey, streetdance, van alles is mogelijk. Het hangt ook af van wat de meiden zelf willen.

Veel jongeren die ook aan de Panna meededen waren erg enthousiast over het gratis “lunchpakketje” van de gemeente. Ook ouderen wilden er graag 1 als versnapering. Als we ons verstaanbaar konden maken, legden we uit over de actie Beverwijk Beweegt en het belang van voldoende beweging. Mensen uit andere gemeentes bleven soms geïnteresseerd bij het informatiemateriaal kijken en vragen stellen. Zo ontmoetten we enkele ambtenaren uit andere gemeentes die de actie ook bij hun eigen gemeente wilden gaan introduceren. Geweldig, toch? We laten als gemeente zien dat wij werk maken van zaken waar veel andere gemeentes alleen maar de mond vol van hebben. In Beverwijk doen we het gewoon.

Ik wil in mijn blog ook nog even stilstaan bij de mensen vanuit de gemeente die er ook op zondag gewoon staan. Dat zijn de mensen van Wijkgericht Werken: Inge Koopman, Vincent Boelhouwer en Mercedes Gonzalez. Ook het hoofd Wijkzaken (vanaf 1 april is hij weer terug op het oude nest) Dirk Hulskes was een tijd aanwezig. We mogen blij zijn dat we in Beverwijk kunnen rekenen op dit enthousiaste team dat een grote rol speelt bij het op de kaart zetten van de activiteiten van onze gemeente. Maar ook Robin Welp van Street Rulez die zo enthousiast Streetrulez in korte tijd zo populair heeft weten te maken in Beverwijk verdient een compliment. Op dagen als gisteren ben ik trots dat ik wethouder van Beverwijk ben!

vrijdag 19 maart 2010

Waarom zouden we politici belonen?

In de tijd vlak voor en vlak na de verkiezingen is het altijd raak: ingezonden brieven van lezers in de krant die hun mening spuien over politici in het bijzonder, of politici in het algemeen. Vanmorgen was het weer raak. Iemand stelt voor de beloning die politici ontvangen over te maken aan de politieke partij waarvan de persoon lid is. Dit omdat het dan minder aantrekkelijk wordt een platform te zijn voor egotripperij en eigenbelang en had-je-me-maar figuren.

Als ik zo’n reactie lees, vraag ik me altijd af of de betreffende schrijver op de hoogte is van:
1. de hoogte van de beloning die ontvangen wordt
2. de tijdsinvestering die raadsleden moeten plegen om de burgers die op hen gestemd hebben te vertegenwoordigen
3. Of het überhaupt waar is wat hij beweert

Ik kan het me niet voorstellen. Aangezien ik al twaalf jaar in het plaatselijke gemeentebestuur meedraai, constateer ik dat de beloning zeker niet hoog in verhouding tot de tijd die je kwijt bent als je stukken leest, wijkbijeenkomsten of inspraakavonden bijwoont, vergadert, netwerkt etcetera.

Zouden raadsleden ook zoveel tijd investeren als er geen beloning tegenover staat? Dat is denk ik heel persoonlijk. Iemand die zelf vindt dat hij/zij dit geld niet nodig heeft, staat het vrij om het over te maken naar zijn/haar partij of een goed doel. Ik ken mensen die dit doen. Maar moet je dit nu verplicht stellen en moet je nu suggereren dat mensen die niet zo idealistisch zijn geen goede raadsleden kunnen zijn? Nee, dat vind ik niet. Het feit dat je ergens een beloning voor krijgt kan er bij veel mensen ook toe bijdragen dat ze beter hun best doen om die beloning waar te maken. Zo zit ik er zelf tenminste in.

Zou ik er dan de kantjes aflopen als ik geen beloning zou krijgen voor het raadswerk? Dat denk ik nou ook weer niet. Maar ik denk wel, dat ik vaker zou aarzelen om een avond vrij te maken voor een activiteit die niet nadrukkelijk nodig is voor het raadswerk. Ook denk ik dat ik dan misschien na vier jaar een punt achter het raadswerk had gezet. Want behalve de beloning en de voldoening die je zelf uit je werk haalt, moet je het zeker niet hebben van de maatschappelijke waardering. Die is er bijna niet meer. Politici doen het niet goed of ze deugen niet, is de algemene mening tegenwoordig. Zakkenvullers, die alleen maar met hun eigen belang bezig zijn of vriendjespolitiek. Dat is zo’n beetje het vaste riedeltje van veel brievenschrijvers naar de krant.

Nu ben ik wel gewend aan commentaar, want als leraar (mijn eigenlijke beroep) doe je het ook nooit goed. Je bent lui, wilt alleen maar steeds vakantie, als de cijfers niet deugen is er wat mis met de leraar en noem maar op. Het enige verwijt dat leraren niet krijgen is dat het zakkenvullers zijn, maar dat heeft met de slechte betaling te maken. Wat veel mensen niet zien is dat leraren zich enorm inspannen voor de leerlingen. Vaak maken zij zich drukker om een onvoldoende dan de leerling zelf. Vaak zijn ze de eerste week van de kerstvakantie ziek, omdat ze in het belang van de leerlingen en het voorkomen van lesuitval te lang hebben doorgelopen met ziekteverschijnselen. In het weekend zitten ze na te kijken of leuke opdrachten te verzinnen om de leerlingen wat extra te prikkelen. Een standaard boek is namelijk ook niet alles.

Dus: gun politici hun beloning en gun leraren hun vakanties. En voor de mensen die denken dat 1 van deze groepen het te makkelijk heeft:

Ga zelf in de politiek of ga zelf voor de klas staan! Dan kun je ervaren hoe het is en dan weet je waar je over praat. Dit advies heeft twee voordelen:

1. het lerarentekort neemt zienderogen af
2. er is meer aanbod van politici en dan zullen de besten boven komen drijven

woensdag 17 maart 2010

Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid

Vanmorgen stond een stukje in het NHD over de coalitievorming in Beverwijk. Er werd verslag gedaan van de openbare onderhandelingen van dinsdagmiddag 16 maart en dus werd gemeld dat de onderhandelaars er uit proberen te komen met de vier grootste partijen: PvdA, VVD, Groen Links en CDA. Daarbij werd nog vermeld dat “met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” het nieuwe college zal gaan bestaan uit de volgende personen:
Maarten Dijkshoorn (PvdA), Frans Koster (VVD), Haydar Erol (GrL) en Frank Frowijn (CDA). Nou, dat was echt nieuws. Een ieder die donderdagmorgen na de verkiezingen de krant had gelezen had dat ook wel kunnen bedenken. Het stond er eigenlijk al heel duidelijk in. Maar ja, 100% zeker is natuurlijk niets als zaken nog niet op papier zijn uitgewerkt. Vandaar het voorbehoud van de pers.

Toen ik net even op de site van het NHD keek, zag ik dat er 1 reactie was van een burger die boos was omdat hij vindt dat de coalitie door de burger “afgerekend” is en dat het daarom belachelijk is dat PvdA en CDA weer terugkomen in het college. Nu kan ik ”met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” twee dingen over deze persoon zeggen:

1. “Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” heeft deze burger niet op PvdA of CDA gestemd. Helemaal zeker weten doe ik dit natuurlijk niet, want misschien heeft hij wel PvdA gestemd met als doel een sterke oppositiepartij te creëren. Je weet tenslotte niet hoe een ander denkt :)

2. “Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” zou deze persoon niet zo stellig zijn over het buiten de coalitie plaatsen van een verliezende partij als zijn eigen partij verloren had. Als je aan de “overkant” staat, kijk je namelijk anders. Stil is het aan de overkant in ieder geval niet als je het nodig vindt om op de site van de krant je reactie te plaatsen.

Je kunt er ook anders naar kijken. En aangezien het mijn blog is, dat niemand hoeft te lezen als hij of zij niet wil, volgt hier mijn visie:

Hoe je het ook wendt of keert, verliezer of niet, de PvdA vertegenwoordigt nog steeds de meeste kiezers vergeleken met de andere partijen. Als je als partij meer stemmen hebt gekregen dan andere partijen, is het logisch dat je in een coalitie plaatsneemt. 6 zetels is nog altijd meer dan 2, ook al heeft die partij niet verloren.

VVD is daarna de partij met de meeste stemmen, dus eigenlijk ook logisch dat die meedoet in een coalitie. Groen Links heeft gewonnen en heeft nu 4 zetels, ook nog logisch dat ze meedoen en het CDA is weliswaar verliezer, maar heeft in ieder geval nog 3 zetels. Dat is altijd nog 1 meer dan de 3 kleinste partijen. Bovendien heeft de PvdA al eerder aangegeven dat de afgelopen jaren prettig is samengewerkt. En een bijkomend voordeel is dat je een brede coalitie hebt van 19 zetels. Goed voor moeilijke besluitvorming over bezuinigingen e.d.

Waarom ziet niet iedereen dat zo simpel? Dat komt omdat het hier in feite niet om een optelsom gaat, maar om emotie. Je kunt bijvoorbeeld kiezer zijn van Democraten Beverwijk die al jaren het gevoel hebben dat ze uit de vorige coalitie zijn “gewerkt”. Of je wilt zo graag wethouder worden en je zit toevallig bij een partij die maar 2 zetels heeft. Dan gaat nu jouw kans voorbij en dat voelt vast niet goed. Maar deugt het daarom meteen niet, of krijg je gewoon je zin niet en pik je dat niet?

Emotie speelt in het hele land een rol bij de onderhandelingen. Is een partij er vorige keer “buiten gehouden” terwijl ze de grootste waren, dan zorgt men er nu voor dat men er wel inkomt en dat een ander die schuldig was aan de uitsluiting ervoor moet boeten. Hierdoor zullen ook wethouders die vier jaar hun werk goed gedaan hebben, moeten plaatsmaken voor anderen die het nog waar moeten maken.
Is een partij nogal veeleisend geweest in het vorige college en hebben ze nu 1 of 2 zetels verloren? Dan is dat een mooi excuus om van deze lastige partij en een veeleisende wethouder af te komen. Dat zie je ook in sommige gemeentes. En dan haal je er gewoon een partij bij die zo dankbaar is dat ze mee mogen doen, zodat ze alles slikken.

"Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid" zou dit zo maar kunnen gebeuren. Maar in Beverwijk kijken we simpel naar de uitslag en het aantal stemmen dat per partij is uitgebracht. De vier grootste partijen gaan samen aan de slag om met een goed doortimmerd coalitieprogramma (waarin ook andere partijen punten kunnen bijdragen) de komende vier jaar de bezuinigingsoperatie van het Rijk op een goede manier op te vangen en zo goed mogelijk proberen de stad te besturen. Overeenstemming is er al dat grotendeels moet worden doorgegaan op de ingeslagen weg van het vorige college. Dat vindt eigenlijk iedereen. Dat worden vier heel rustige jaren in Beverwijk. Een harmonieus college en een milde raad. De heren journalisten van het NHD kunnen wel vier jaar thuisblijven. In Beverwijk gaat alles zijn gangetje. Dat voorzie ik, “met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid”.

dinsdag 16 maart 2010

Garnaal onder poolijs

Er zijn beroepen waarvan je weet dat ze leuk zijn. Als het goed is valt je eigen beroep daar onder. Er zijn ook beroepen waarvan je weet dat je ze voor geen goud zou willen beoefenen. Hopelijk hoef je dat ook nooit. Maar er is ook nog een categorie beroepen die je eigenlijk niet kent, of in ieder geval niet weet wat ze precies inhouden. En als je eenmaal weet dat ze bestaan, fascineren ze je.

Zo had ik altijd een bepaald beeld van onderzoekers bij NASA, maar ze blijken heel ander werk te doen dan ik dacht. Toen ik onderstaand stukje las op de NOS site, wist ik zeker dat dit leuk werk moet zijn. Onderzoek doen op een bijzondere plek op aarde en dan ook nog iets ontdekken wat je absoluut niet verwacht.

“Een enkele garnaal heeft een onderzoeksteam van de NASA versteld doen staan. Het dier zwom namelijk rond onder de ijslaag van de Zuidpool, op een plek waarvan wetenschappers dachten dat er alleen levensvormen zouden voorkomen die met het blote oog niet zichtbaar zijn.De onderzoekers wilden weten hoe de onderkant van de Antarctische ijslaag er precies uitziet. Ze boorden daarom een gat door de ijslaag en lieten via een lange kabel een camera zakken.Omdat er zo diep onder het ijs geen enkel licht komt en het water heel koud is, had het team lage verwachtingen over de aan te treffen levensvormen. Des te groter was daarom de verrassing toen er plotseling een garnaal aan kwam zwemmen, die vervolgens uitgebreid poseerde op de kabel van de camera.”

De conclusie van een onderzoeker van NASA was dan ook:”We hebben geen idee wat daar beneden gebeurt”.

Een heel onderzoeksteam dat misschien wel dagen bezig is met iets te zoeken waarvan ze denken dat het niet bestaat. En dat team trekt dan een kratje bier open als ze tot hun grote verbazing een garnaal hebben ontdekt. Want dat betekent dat ze nog wel een half jaar verder kunnen gaan onderzoeken. Als er 1 garnaal is gevonden, zal er allicht nog veel meer leven zijn. En om dat leven te zoeken, uit te vinden wat daar beneden gebeurt, daar heb je je handen vol aan met het hele onderzoeksteam. Heerlijk, toch? Volgens mij moeten dit wel heel gelukkige mensen zijn.

Ik ben ook een heel gelukkig mens. Maar volgens mij heb ik toch het verkeerde beroep gekozen. Ik had atheneum b moeten doen, mijn ouders hadden op mijn 18e naar Amerika moeten verhuizen, daar had ik dan aan Yale kunnen studeren, mijn buurman had Neil Armstrong moeten zijn die bij mij de interesse voor NASA had gewekt, dan was ik daar als stagiaire begonnen en had uiteindelijk deel kunnen uitmaken van dat onderzoeksteam dat een garnaal onder het poolijs ontdekt. Misschien was ik dan toch nog gelukkiger geworden dan nu.

zaterdag 13 maart 2010

Zal je net zien.

Zal je net zien.Heb je vrijdagmorgen een blog geschreven waarin je het hebt over Camile Eurlings, die voor zijn privéleven kiest, krijg je een uur later te horen dat Wouter Bos niet voor het lijsttrekkerschap beschikbaar is en dus zeker geen premier van Nederland gaat worden. Zo loop je wel als blogger achter de feiten aan. Maar gelukkig is het nog dagen toegestaan om je mening over deze interessante ontknoping te geven. Duizenden Nederlanders gingen mij al voor. Sommigen begrijpen zijn keus en respecteren die. Anderen hebben er geen goed woord voor over. Ik schrok toen ik de negatieve reacties op de site van het NHD bekeek vrijdagmiddag.

Maar niet alleen anonieme burgers spuien hun mening. Oud-Opzij hoofdredactrice Cisca Dresselhuys geloofde niet dat het gezin de reden was voor Wouter om de politiek te verlaten. Er zou volgens haar iets anders achter zitten, het was een te makkelijk excuus. Geert Wilders en Marco Pastors hadden ook niets positiefs te melden. De laatste twitterde nog dat hij het begreep dat als je moest kiezen tussen de PvdA en je gezin, dat je dan voor je gezin koos. Dat zou hij zelf ook doen. Maar Marco Pastors is helemaal niet van de PvdA, dus dat is makkelijk gezegd. Als ik moest kiezen tussen Leefbaar Rotterdam en mijn gezin wist ik het ook wel. Maar dat weet Marco blijkbaar weer niet. Jammer!

Ik vind het goed dat de reden voor het uit de politiek gaan bij Eurlings en Bos het privéleven is. Veel politieke functies vragen al heel wat van het uithoudingsvermogen van partner en kinderen, maar het ministerschap is wel heel moeilijk te combineren. Zelfs als wethouder krijg je op een gegeven moment van je kind commentaar dat je er nooit bent. En dan eet ik de meeste dagen nog thuis, al is het dan maar een half uur, of al is het een uur later dan de rest. Keer op keer kreeg ik de vraag wanneer ik nu eens tijd voor mijn dochter had. Voor de verkiezingen gaf ze ook al aan dat ze hoopte dat ik maar niet meer wethouder werd. Dan had ik lekker veel tijd voor haar. Ik vond het niet leuk om te horen, want het werk beviel me juist zo goed, maar ik snapte het wel. Maar ik had een goed weerwoord, want ik zei dat ik dan ook veel tijd had om goed in de gaten te houden of ze haar schoolwerk wel doet. En dat was dan weer wat minder positief.

Als vrouwen stoppen met een politieke carrière, wordt al snel gesuggereerd dat ze het niet aankunnen. Mannen die dat doen zijn goede vaders en echtgenoten, vrouwen die hetzelfde doen, worden te licht bevonden. Ik vind het allebei prima. Mensen moeten zelf keuzes maken in hun leven. Je hebt er tenslotte maar 1! Ik vind dat je iemands keuze moet respecteren en de reden die hij of zij naar buiten brengt is het argument dat hij of zij kiest. Natuurlijk kunnen ook andere zaken meespelen. Bij Wouter Bos zou kunnen meespelen dat hij inziet dat nog een keer de strijd aangaan met Balkenende geen zin heeft. Ook zou kunnen meespelen dat dat positief uitpakt voor de PvdA. Ook zou kunnen meespelen dat ……………(vul zelf maar in). Maar wat doet dat ertoe? Moet iemand omdat hij een publiek bezit is alles op tafel leggen? En waarom moet dat dan? Hebben we zo’n persoon dan met onze stem die we hebben uitgebracht “gekocht”? Is hij daarom verplicht alles met ons te delen, of mag hij een deel voor zichzelf houden? Ik vind van wel.

Natuurlijk is het te begrijpen dat men kritisch zal zijn als Wouter Bos over drie maanden een heel intensieve baan aanneemt waardoor hij ook nooit thuis zal zijn. Dan zou blijken dat zijn argument over het pappa zijn niet de ware reden is geweest. Maar zolang het nog niet zover is, laat die man toch met rust! En je zal zien dat men hierna extra druk op Balkenende gaat uitoefenen om ook op te stappen. Het zal zeker niet makkelijk zijn voor het CDA om naast nieuweling Job Cohen en Pvv leider Geert Wilders boven het maaiveld uit te komen. Dan is hij de enige die nog beschuldigd kan worden van het vallen van het kabinet. Wouter heeft plaatsgemaakt en Job Cohen kun je dat niet kwalijk nemen.Het gaan nog heel interessante maanden voor de verkiezingen worden.

vrijdag 12 maart 2010

Politici zijn toch geen Olympiërs?

Je hoort het de laatste tijd wel eens: politici die rond verkiezingstijd zeggen dat ze “voor goud gaan”. De meest prominente die dat deed, was Jan Peter Balkenende. Hij wil lijsttrekker zijn, maar “gaat voor goud”. Met andere woorden: als hij geen premier wordt, gaat hij zeker niet als partijleider in de Tweede Kamer zitten.

Ook bij gemeenteraadsverkiezingen zie je het wel: wethouders die alleen maar terug willen komen als wethouder en zeker niet meer raadslid willen zijn. Die gaan dus ook voor goud! Ik neem aan dat ze de gemeenteraad als “zilver of brons” zien en dat zijn nu eenmaal de minder begeerde medailles.

Het is een rare situatie: politici die doen of ze aan de Olympische Spelen meedoen. En dan ook meteen een Amerikaanse houding aannemen. "Ik ga alleen voor goud".Terwijl we als Nederlanders het altijd zo belangrijk vinden om in ieder geval mee te mogen doen. En als we mee mogen doen, trekken we ons soms ook nog eens op het laatste moment terug, omdat we de bobbaan toch te gevaarlijk vinden. Zo zijn wij Nederlanders. Zo zijn de Olympiërs en zo zijn blijkbaar ook de politici.

“Kiezersbedrog” oordelen velen als een politicus die met veel voorkeurstemmen is gekozen nog voor de installatie besluit zijn gezondheid voor te laten gaan en de zetel aan een ander te gunnen. Maar kun je er wel wat aan doen als je gezondheid tijdens de verkiezingscampagne door alle stress en adrenaline sterk verslechterd? Misschien had je je eigen lichaam beter moeten kennen. Misschien had je arts je advies kunnen geven, maar misschien heb je hem al tijden niet gesproken. Misschien had je vrouw kunnen bijsturen, maar we weten allemaal dat advies vaak in de wind geslagen wordt. "Ach,er is toch niets mis met me!"Is de verkeerde inschatting maken hetzelfde als kiezersbedrog? Nee, dat is het volgens mij niet. Als iemand oprecht gedacht heeft dat hij de positie op de lijst voor de verkiezingen waar kon maken, is het geen bedrog als dat niet lukt.

Vanmorgen las ik in een column dat een journaliste teleurgesteld was toen een kandidate die eerder wethouder was en op wie zij had gestemd bij de vorige verkiezingen besloot haar raadszetel na een jaar op te geven. Zij concludeerde dat ze haar stem dan net zo goed aan die opvolger had kunnen geven. Ik begreep dat niet zo goed. Je stemde toch bewust op die persoon, dan vond je blijkbaar dat ze het goed deed. En misschien heeft ze er wel heel goed aan gedaan om eerst een jaar in de raad te gaan zitten en haar opvolger in te werken zodat deze na een jaar goed kon instromen. Ik zie daar niet zoveel mis in.

Ik vind het niet goed dat een politicus “voor goud gaat”. Het is een loze kreet, die aangeeft dat het ego van de betreffende persoon zo groot is dat hij of zij zich een kampioen waant. Ik vind het wel goed als een politicus duidelijk is en dat zijn of haar partij ook duidelijk is. Bijvoorbeeld dat het CDA uitlegt waarom ze vinden dat het niet erg is dat hun lijsttrekker na 9 juni voorgoed uit beeld vertrekt als hij geen premier wordt. Het lijkt mij slecht voor de partij als je lijsttrekker, die toch het boegbeeld is geweest in de verkiezingsstrijd, na de verkiezingen meteen verdwijnt. Tenzij je partij gigantisch verliest, maar dat kan nooit de bedoeling zijn van deze zet van Balkenende. Toen ik gisteren hoorde dat Camiel Eurlings de politiek opeens uit wil, dacht ik dat hij hiermee aangaf dat hij het niet eens was met de tactiek. Maar volgens Eurlings is het privéleven even belangrijker. Dat is ook heel begrijpelijk als je al 16 jaar in de politiek zit, maar het een sluit het ander niet uit. Een beetje van dit, een beetje van dat. Zoals je zoveel zaken niet zwartwit kunt zien.

En hoe ik er zelf nu mee om als demissionair wethouder? Ga ik zelf dan niet “voor goud”? Ligt eraan wat daarmee bedoeld wordt. Ik ben blij dat ik niet mijn hele leven afhankelijk heb gemaakt van deze strijd der Titanen, die de gemeenteraadsverkiezingen toch elke vier jaar zijn. Wat dat betreft volgen ze keurig de cyclus van de Olympische Spelen. En dat er winnaars zijn en verliezers is ook duidelijk. Er worden medailles verdeeld; goud, zilver, brons. Dat zijn dan de wethoudersposities. In Beverwijk hebben we meestal vier wethouders, dus moet er nog een metaal bij komen. Zullen we maar koper nemen? Neem ik genoegen met een koperen medaille, of vind ik een diploma (bij de eerste zes) al goed genoeg? Of ben ik al tevreden als ik mijn persoonlijke voldoening weet te halen uit een zo goed mogelijke prestatie? Mensen die mij goed kennen hoeven deze vragen niet te stellen. Die weten het wel.En de rest die komt er vanzelf wel achter.

Ik wacht wel op een diepte-interview met alle deelnemende politici zoals Mart Smeets houdt met de topsporters.”Wat ging er door je heen toen je merkte dat je inspanningen van de afgelopen vier jaar voor niets waren geweest, en dat je door de kiezers als raadslid aan de kant bent gezet?” “Hoe voelt het om nu in beeld te komen als wethouderskandidaat terwijl de anderen je deze plek vier jaar geleden nog niet gunden?” “Hoe voelt het om als wethouder niet eens in de raad te zijn gekozen?” En dan de analyse van Ria Visser ernaast om toch aan te geven dat er wel groei zit in de persoonlijke ontwikkeling, dat de partij het ondanks tegenslagen toch nog aardig heeft gedaan, dat de verkeerde wissel toch echt de schuld van de politicus zelf is geweest en niet van de fractieleiding, dat het fijn is dat we Beverwijk toch weer op de kaart hebben gezet en zo verder. Je zou er een leuk programma op de lokale televisie (als we die hadden) mee hebben kunnen maken.

maandag 8 maart 2010

Smoelenboek

In de krant van vanmorgen stond een column waarin werd geadviseerd om het smoelenboek, oftewel de pagina van zaterdag met alle nieuw gekozen raadsleden goed te bewaren. Omdat je zo kan controleren of je ze de komende vier jaar wel eens ergens tegenkomt. “Ja, in de supermarkt misschien”, was de conclusie. Het insinueerde in feite dat de raadsleden als ze eenmaal op “het pluche” zitten niets meer voor de mensen doen en niet van zich doen spreken. Dat is een groot misverstand en dat wil ik dan ook, namens alle raadsleden, recht zetten.

De meeste raadsleden zetten zich wel degelijk goed in voor de samenleving, al staan ze dan niet het hele jaar in het Beverhof op zaterdag contact te zoeken met de burgers. Ook lopen ze niet elke woensdag op de weekmarkt. Ze bellen ook niet huis-aan-huis aan of er nog wensen leven die misschien vergeten zijn in het coalitieprogramma op te nemen. Maar, wat doen ze dan wel?

Ze lopen net als een ander op straat en komen mensen tegen. Bijvoorbeeld als ze in het park met hun hond lopen en andere hondenbezitters tegenkomen. Dan praat je over een vernieling die geconstateerd is, over het hondenbeleid, over een inbraak, over grote projecten en noem maar op. Zo hoor je wat er bij die groep mensen leeft.
Ook gaan veel raadsleden, in ieder geval de PvdA raadsleden, naar wijkgroepen. Daar hoor je zaken die in een bepaalde wijk leven. Ook grotere gemeentelijke thema’s worden daar of in klankbordgroepen besproken. En op informatie- of inspraakavonden vind je ook raadsleden.Bij congressen van sociale werkvoorziening, bij een info avond van het ziekenhuis, bij een avond over milieu en Corus, regionale bijeenkomsten over de Veiligheidsregio met onderwerpen zoals huiselijk geweld en noem maar op. Niet elk raadslid heeft dezelfde inzet, dat is per mens verschillend, maar ik heb er in de twaalf jaar dat ik in de gemeentepolitiek zit heel veel meegemaakt die fantastisch hun werk deden en de krant zelden haalden.

Ze zitten in verenigingen, staan langs de lijn bij voetbalwedstrijden, tennissen met de slager op de hoek, hun kinderen zitten op school, ze werken als vrijwilliger in een schoolbibliotheek of in een speeltuin en noem maar op. Kortom, het zijn niet alleen raadsleden, het zijn ook gewoon burgers die dezelfde zaken tegenkomen in hun dagelijks leven als de andere burgers.Ze weten wat er leeft en hebben dezelfde emoties als iedereen.

Eigenlijk zijn het net gewone mensen, zoals de journalisten van Dagblad Kennemerland ook gewone mensen zijn. Alleen die gewone mensen van de krant vertikken het om gewone raadsleden te interviewen en te vragen waar ze mee bezig zijn. Commissievergaderingen laten ze vaak links liggen, terwijl dat vergaderingen zijn waar veel raadsleden aan het woord komen. Ze concentreren zich op rellen, mislukkingen en kritiek. Als je gewoon je werk doet als raadslid, kom je ze niet tegen. Niet in de wijkgroep, niet in de commissievergadering, niet in Overbos en niet op het voetbalveld. Zelfs niet in de supermarkt. Ze zijn te vinden bij de raadsleden die vuil spuien, kritiek leveren op wethouders, burgers die klachten hebben. Aan wederhoor doet men bijna niet. Ik heb daar pas een mailtje over gestuurd en kreeg een reactie waaruit ik hoop put dat het de komende vier jaar anders gaat. Maar die hoop wil ik zien omslaan in bewijs. Bewijs nu eens een keer dat een journalist niet de slippendrager van een bepaalde oppositiepoliticus is. Laat nu eens zien dat zaken van meerdere kanten bekeken worden, waardoor de krantenlezer echt zelf zijn of haar mening kan bepalen.

Veel kritiek is gekomen op raadsleden uit de coalitiepartijen omdat ze vaak de besluiten van het college omarmen. Er wordt gesuggereerd dat ze geen eigen mening hebben, dat het stemvee is en dat ze achter de bobo’s aanlopen. Net of het luie donders zijn die uit gemakzucht achteruit leunen op hun comfortabele stoelen. Maar is dit echt zo? Natuurlijk niet. Intern wordt de discussie echt wel gevoerd. Alleen naar buiten toe probeer je wel eenheid vast te houden. Je gaat toch niet alle onenigheden in straatgevechten beslechten? Zo wil ik als raadslid de komende vier jaar in ieder geval niet werken. Kritiek? Ja, graag. Intern, in de fractie en een goede discussie voeren. Dan kom je met een gezamenlijk standpunt naar buiten. Dat is ook duidelijk naar de kiezers toe. Wat moeten kiezers nu denken als binnen een partij ieder raadslid maar er uitflapt hoe hij of zij denkt. Hoe moeten die er dan nog een touw aan vast knopen?

Ik heb zin in vier jaar politiek in Beverwijk. Ik heb zin in het voortzetten van mijn weblog en ik heb zin in een betere relatie met de pers. Ik nodig ze hierbij uit voor elke commissievergadering, en ik nodig ze uit om elk raadslid maandelijks te bellen om te weten wat hij of zij gedaan heeft voor de burgers. Zo kunnen ze ons goed kunnen leren kennen en hoeven niet meer te wachten tot mevr. X belt om in een politiek gekleurde versie te vertellen wat er in een vergadering besproken is. Kom op, plaatselijke pers, zorg dat de raadsleden geen smoelenboek van jullie hoeven aan te leggen. Wees zo nieuwsgierig als ik als trouwe lezer van Dagblad Kennemerland hoop dat “mijn” journalisten zijn.

zaterdag 6 maart 2010

Tijd voor fashion in de raad

Vandaag stonden ze in de krant: de 25 nieuwe raadsleden van Beverwijk. Vol enthousiasme staan ze stuk voor stuk te dringen om hun plaats te mogen innemen en aan de schone taak te beginnen de burgers van Beverwijk zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Een nieuwe lente, een nieuw geluid zeg maar. Dit bleek ook vanmiddag tijdens de uitslagenmiddag van politiek café Camille. Men heeft er zin in, gaat flink de bezem erdoor halen. Een echte voorjaarsschoonmaak, zeg maar. Ik tel op de foto’s 11 nieuwe gezichten ( mensen die er de afgelopen raadsperiode niet inzaten). Ik kon helaas niet lang blijven op de politieke middag, aangezien in Wijk aan Zee het pand aan De Relweg geopend werd en daar mocht ik een toespraakje houden. Het was gezellig, muzikaal en warm (de sfeer).Verder heb ik vandaag nog in de duinen gewandeld, de weekendboodschappen gedaan, een nieuwe fiets gekocht en de krant gelezen. Mijn favoriete delen van de krant zijn de jongerenpagina van Dagblad Kennemerland en het tijdschrift dat elk weekend bij de Volkskrant wordt bezorgd.

Op de jongerenpagina leerde ik dat ik in mijn jonge jeugd een hoogbegaafd kind moet zijn geweest. Die blijken in hun jongste jeugd al snel conflicten met volwassenen te hebben, omdat ze een groot rechtvaardigheidsgevoel hebben. Ze kunnen situaties goed doorzien en ze zien vaak ook dat volwassenen soms niet helemaal eerlijk zijn. Dat kunnen ze emotioneel moeilijk aan. Vandaar dat ik op 8-jarige leeftijd vaak ruzie met mijn vader had (ik zat zeker 1 keer per week ’s avonds boven op mijn kamer boos te zijn) en op de middelbare school bij leraren onrechtvaardig gedrag naar andere leraren aankaartte. Een onterecht onvoldoende omdat iemand niet wist waar we waren met lezen, of een leerling die zou blijven zitten, maar met een herkansing net over zou gaan. Iemand die een onvoldoende haalde voor een mondelinge overhoring terwijl ze het altijd goed leerde en alleen in paniek werd gebracht door de sarcastische leraar? Ik stond aan de tafel van de leraar het onrecht aan te kaarten. Het heeft me blijkbaar zo veel energie gekost dat ik nooit hoger dan een 8 of 9 ben gekomen met mijn cijfers voor de talen. Dat hadden tienen kunnen zijn. En die grote hoeveelheid 5 jes en 6 jes voor de exacte vakken hadden een ruime 8 kunnen zijn. He, wat jammer nou! Er is niks terechtgekomen van die hoogbegaafdheid.

In de special van de Volkskrant dit keer aandacht voor mode, maar je mag dat alleen ‘fashion’noemen. Omdat de nieuwe raad ook een beetje bij de tijd moet zijn, zullen we eens even kijken hoe ze staan op modegebied. Hoe zit het met het mix'n match gehalte van de nieuwe raad? Weten ze wat de must-have’s van dit voorjaar zijn? Wat is hun look? Ik heb het voor enkelen van hen uitgezocht. Het nieuwe jonge raadslid van de VVD Paul ten Westeneind is goed bezig. Hij heeft “bed hair”,haar met gel erin dat zorgt ervoor dat het lijkt of je net uit bed komt. Het wordt volgens de Volkskrant sexy gevonden. Verder is zijn kledingstijl urban, oftewel outfit met capuchon, sneakers en logo’s. Maar hij is dus lekker trendy bezig. Frans K. van diezelfde VVD heeft meer de bodyhugging look. Dat betekent letterlijk: het lichaam knuffelend. Maar dat klinkt gezeliger dan het is, want het gaat om een strak om het lichaam gesneden kledingstuk. In dit geval een classic: de pullover. Pieter Heinink, de hockeyvoorzitter gaat min of meer voor de mannelijke versie van preppy, de modieuze versie van de hockey-look. Strak collegejasje, strakke spencers, argyleruiten. Puck Witte is een fashionista. Zij heeft een gevoel voor classic with a twist. Strak in het kapsel, verrassende outfits met stijlvolle kleurenkeuze. Ze heeft geen stilettohakken, maar lijkt toch wel wat op een glamazon. Alleen de zonnebril die ook in de winter weleens als accessoire op het haar wordt gedragen is soo last season, dat kan dit voorjaar niet meer.

Dit schiet natuurlijk niet op, om alle 25 nieuwe raadsleden te testen op hun fashionability. En hoe doe ik het eigenlijk zelf? Ik ben in ieder geval een shopaholic. Dat bleek deze week maar weer eens toen in voor schoenveters de stad inging en met 2 paar schoenen terugkwam. Maar verder ga ik voor de casual look, of de tuttige look, of de comfy look. Dat laatste vooral in het weekend. Zo zit ik nu met blauwe trainingsbroek, oranje(!) t-shirt en grijs vest en pantoffels achter de computer. Er kan maar beter niemand langskomen, want dit is echt niet stylish, het is niet trendy, ik heb er zeker geen silhouet in, maar het zit zo verrekte lekker. Comfy, dus.

vrijdag 5 maart 2010

Politiek en coalitievorming, binnenkort op tv?

De verkiezingen zijn voorbij en de kranten staan al vol van mogelijke coalities die gesloten gaan worden. Voor Beverwijk lijkt het een makkelijk verhaal. Er zijn twee winnaars en twee verliezers en die zullen het samen gaan proberen. In Heemskerk wordt een succesvolle Groen Links wethouder misschien wel afgeserveerd, want om zetels te verdelen tussen drie partijen die allemaal 5 zetels hebben gehaald is ‘makkelijker’. Het gaat tenslotte om machtsverhoudingen. Op papier lijken het simpele dingen. Maar het gaat uiteindelijk om het resultaat van de samenwerking.

Gaat het lukken om in de diverse gemeentes combinaties te maken die elkaar versterken waardoor er op een goede manier bestuurd kan worden? Is een brede coalitie succesvol omdat je grote meerderheden in de raad hebt, of is het niet handig omdat je er steeds samen uit moet zien te komen voordat stukken naar de raad gaan? De tijd zal het leren.

In Beverwijk starten de onderhandelingen vanmiddag om 16 uur. Maar de krant weet al hoe het gaat. Is het dan nog wel de moeite waard om te gaan luisteren naar de openbare onderhandelingen? Ja, dat is het zeker. Er wordt ook geëvalueerd hoe de verkiezingen zijn gegaan en men geeft zijn mening over de uitslag. Dat is op zich al interessant. En niet alleen de woorden die worden uitgesproken zijn belangrijk, het is ook de lichaamstaal die daarbij gebezigd wordt. Wie vermijdt het wie aan te kijken. Wie kijken elkaar met onbevangen blik aan? Wie schuift met zijn voeten als teken dat hij/zij zich niet op zijn/haar gemak voelt? Wie kijkt arrogant, wie kijkt besmuikt, wie kijkt als grote overwinnaar in het rond. Dat zijn interessante bijkomstigheden die een goede indruk kunnen geven van hoe de hazen de komende jaren gaan lopen.

Jammer dat er geen plaatselijke televisie is om dit soort bijeenkomsten in de huiskamers te brengen. Beeldgericht als we tegenwoordig zijn, zou het burgers en politiek dichter bij elkaar brengen. Als je hebt gestemd, wil je toch ook weten hoe jouw vertegenwoordigers tegen de verkiezingen aankijken en of ze mee gaan doen met het besturen van de stad vanuit de coalitie.

Vorige week was ik in de gemeente Twenterand en daar worden de raadsvergaderingen ook uitgezonden op televisie. Er bleek best veel belangstelling voor te bestaan. Het geeft in ieder geval de burgers de gelegenheid om als het hun uitkomt met een lekkere zak chips (of een gezonde appel, ik ben tenslotte demissionair wethouder volksgezondheid) en een glas wijn te genieten van de lokale uitspattingen van de politiek. Als het boeiend is, blijf je aan de buis hangen. Als het saai wordt, switch je naar de actualiteiten bij NOVA.

Ondertussen ga ik als demissionair wethouder mijn kamer maar eens leegmaken, zodat binnenkort de schoonmaakploeg de kamer gereed kan maken voor de nieuwe wethouder. Die verdient het om in een schone, netjes opgeruimde kamer zijn of haar werkzaamheden te beginnen. En er moet een fatsoenlijk overdrachtsdocument komen, zodat deze ook weet wat hem of haar te wachten staat. Dat is belangrijk, een goede start is het halve werk.

donderdag 4 maart 2010

En toen was het 'the day after the night before'

Vandaag ging de wekker een uurtje later dan normaal, half acht. De verkiezingsuitslagenavond liep nogal uit. Het duurde tot kwart over een voordat de eerste prognoses binnen waren. Ik lag om half twee in bed en heb als een roos geslapen. Ik heb nou eenmaal het geluk dat ik in slaap val, zodra mijn hoofd mijn kussen raakt. Dat heb ik wel geleerd van 12 jaar politiek bedrijven met alle hoogte- en dieptepunten. Vanmorgen las ik in de krant dat er nog wel iets verschoven is en volgens mij zijn de stemmen per persoon nog niet eens bekendgemaakt. Ik heb ze wel in mijn bakje gevonden.

Vanmorgen in de krant meteen gelezen over speculaties over mogelijke coalities. Er zijn diverse mogelijkheden en de onderhandelingen zullen uitwijzen wat het uiteindelijk gaat worden. Ondertussen zit ik rustig achter mijn pc met een lekker zonnetje in mijn rug. Er heeft een politieke aardverschuiving plaatsgevonden, maar de wereld draait gewoon door en het wordt eindelijk lente.

Wat betekent de verkiezingsuitslag voor mij persoonlijk? Geen idee. Ik heb in ieder geval veel voorkeurstemmen gehaald en in verhouding met vorige keer toen de PvdA veel beter scoorde, ben ik persoonlijk (in verhouding) nog flink in stemmen vooruit gegaan. Maar wat zegt dat? Nou, helemaal niets. Wel dat ik in de raad van 11 maart als raadslid benoemd zal worden. Het zegt niets over mijn kansen als wethouderskandidaat. De onderhandelingen gaan vrijdag beginnen en dan zal snel meer duidelijk worden. Logisch lijkt een positie voor Groen Links en VVD. Dat is een conclusie die je kunt trekken. Logisch lijkt ook een nederige opstelling van PvdA en CDA als verliezende partijen. Logisch lijkt ook dat de lokalo’s niet in beeld komen, aangezien ze twee zetels hebben gehaald.

Maar of wat logisch lijkt, ook logisch uit gaat pakken, moet afgewacht worden. Tot het zover is, geniet ik van het zonnetje in mijn rug in mijn demissionaire wethouderskamer en ben ik gewoon bezig met het afronden van werkzaamheden. Een heel gewone dag, na ‘the night before’.

woensdag 3 maart 2010

Buik vol van....

Vanmorgen op de zonnige dag die verkiezingsdag voor politici altijd is (in ieder geval tot de uitslagen binnenkomen) en nu door de weersomstandigheden ook voor de ‘gewone’ burger, las ik zoals elke morgen de krant van wakker Beverwijk. En ja hoor, daar stond de kop: PvdA-kandidaat heeft buik vol van politiek. Een kandidaat-raadslid heeft een persoonlijk geschil met de gemeente en dat is de reden dat ze haar buik vol heeft van de politiek. Natuurlijk moet er ook even gemeld worden dat een brief is geschreven aan wethouder Dorenbos (“toevallig partijgenoot”) waar geen reactie op is gekomen.Altijd leuk om de naam van een wethouder in negatief daglicht te zetten op de verkiezingsdag, doet het altijd leuk (behalve voor de persoon in kwestie).

Wat moet ik hier nu mee als ik dit lees? Het eerste wat ik denk is;” Waarom heeft de journalist mij niet gevraagd of dit klopt?” Ik had hem kunnen vertellen dat ik, juist omdat het een partijgenoot betreft, niet zelf heb gereageerd, maar juist via ambtenaren contact met haar heb laten opnemen. Ik ga niet zelf aan de gang omdat het hier toevallig een partijgenoot betreft. Dat is de procedure niet in het stadskantoor. Hier wordt professioneel gewerkt en een wethouder gaat niet zelf even aan de gang om zaken voor vriendjes op te lossen. Natuurlijk heb ik wel met de ambtenaren overlegd en mij is verzekerd dat er zeer coulant met dit specifieke geval is omgegaan. Het betrof een zaak over reiskosten van een jongen die op flinke reisafstand op school zit. Hij werd eerst per taxi vervoerd, maar aangezien er veel te hoge bedragen in het leerlingenvervoer omgingen is besloten de regels aan te scherpen. Daar is de raad het volledig mee eens, want de kosten voor leerlingenvervoer zijn de laatste jaren echt uit de klauwen gelopen. Dat hield in dat de betreffende jongen per trein naar school zou moeten gaan. Er is nog een overgangsregeling gemaakt, zodat hij geleidelijk aan de situatie zou kunnen wennen.

Nu heeft zijn moeder pas weer een brief gestuurd aan mij persoonlijk gericht, omdat ze wil dat er opnieuw gekeken gaat worden naar de regeling. Het blijkt dat haar zoon lichamelijke klachten krijgt die volgens haar worden veroorzaakt door het reizen. Dat zou natuurlijk best kunnen en daarom heb ik in overleg met de ambtenaren besloten dat er een herkeuring zou komen. Hierover is een voicemailbericht ingesproken, omdat niet werd opgenomen. Binnenkort krijgt de zoon een uitnodiging.

Nu wil ik wel eens weten wat hier nu mis mee is? Een wethouder doet voor elke burger hetzelfde, of het een partijgenoot is of niet. Alleen als het een partijgenoot betreft, ben je nog voorzichtiger om persoonlijk te communiceren.Er wordt gekeken naar bestaande regelingen en afspraken en daar wordt naar gehandeld. Bij klachten van een burger wordt ook op maat gekeken naar een oplossing, in dit geval een herkeuring. Die zal uitwijzen of er op grond van lichamelijke toestand een ander besluit moet worden genomen. Geen vriendjes politiek, geen “u vraagt, wij draaien”, maar consequente handelwijze op maat.

Maar wordt ooit gevraagd door de krant van wakker Beverwijk aan de wethouder hoe deze zaak in elkaar zit? Nee, natuurlijk niet. Je naam wordt te pas en te onpas gebruikt, iedereen mag op je schieten maar zelf mag je in het verdomhoekje blijven zitten. Daar heb ik wel eens mijn buik vol van. Net als een paar weken geleden. Stond er een lelijk stukje van Het Beste Buurtplan over wethouder Dorenbos. Ik kreeg een dag later een brief van het voltallige bestuur van De Werkplaats (waaronder ook Het Beste Buurtplan), waarin zij met klem afstand namen van het stuk in de krant. Maar daar is natuurlijk niets over naar buiten gekomen. Negatieve stukjes zijn blijkbaar leuker dan positieve stukjes.

Voorbeelden genoeg. Vanmorgen weer de column van Bart Vuijk gelezen. Eindzin: “Ach, politiek. Wat koop je d’r toch voor.” Een zin die uit het niets komt vallen, nadat Bart eerst heeft verteld over een pen van Progressief Uitgeest (die zo lekker schrijft), een paashaasje van mevrouw Witte van de VVD(die zo lekker smaakt), een wit uitgeslagen paaseitje van CKenG(die in de prullenbak belandt) en een uitgedroogde pen van de PvdA(die ook in de prullenbak belandt). Maar omdat Bart erom vraagt zal ik hem netjes antwoorden.

Vraag: Politiek, wat koop je ervoor?
Antwoord: Je ‘koopt’ inbreng in de lokale politiek. Dit wil niet zeggen dat de kandidaat waarop je stemt vier jaar lang precies doet wat jij wilt of jouw persoonlijke belangen behartigt. Het betekent dat hij of zij vier jaar zich gaat inspannen om de politieke ideeën van zijn/haar partij zo goed mogelijk te verwezenlijken en te waken over het algemeen belang. Als degene op wie je stemt toevallig wethouder wordt, betekent dat niet dat hij/zij vier jaar lang zich voor jouw karretje laat spannen als jou dat uitkomt, maar dat hij/zij gaat proberen zoveel mogelijk van het coalitieprogramma en het eigen partijprogramma uit te voeren.

Dat is wat je kunt verwachten van de lokale politici. Dat is dus wat je ervoor ‘koopt’. Ik wens alle kandidaten veel succes en ik gun hun een fijne vier jaar in de plaatselijke politiek. En ik wens de kiezers toe dat de door hun gekozenen veel kunnen waarmaken van hun idealen.
We zien elkaar vanavond bij de verkiezingsuitslag!

maandag 1 maart 2010

Hond gered na sprong van Noordpier

In de krant stond vanmorgen dit hoopvolle bericht. Het gaat in deze tijden gelukkig niet alleen om de verkiezingen in Beverwijk waarvoor raadsleden van een bepaalde politieke kleur opeens het “te gek voor woorden” vinden dat het systeem van betaald parkeren bij het Beverhof nog steeds niet goed werkt. Nu hebben ze zelf ervaren dat het tekort tijd geeft om uit te kunnen rijden en nu zijn de rapen gaar. Dat gaan ze meteen oplossen na de verkiezingen. Een mooi voornemen, wie zal ertegen zijn? Maar wel op een politiek goedkoop moment zo vlak voor de verkiezingen.

Wat fijn dat er ook nog ruimte is in de krant voor goed nieuws, want wat zal de baas of bazin van de hond blij zijn geweest dat zijn/haar trouwe makker van een gewisse dood gered. Want hoe lang zal zo’n beestje het nu vol houden in het koude zeewater met fikse stroming. Of de baas de volgende keer de hond weer loslaat of hem volgende keer maar weer de halsband omdoet? Ik denk het laatste. Een hond is een kwetsbaar bezit. Ik ben mijn hond wel eens kwijt geweest in het park omdat ik liep te dagdromen vlak voordat ik op vakantie ging. Zat al helemaal met mijn hoofd bij het inpakken. En opeens oude, verstrooide hond weg. Later bleek dat hij achter iemand anders met een rood jasje aan was gelopen. Maar wat waren we allebei blij toen we elkaar weer zagen.De tranen sprongen in mijn ogen en de ogen van mijn hond tranen sowieso.

Goed nieuws is leuk om te lezen, dat vergeet de krant nogal eens. Niet alleen het Dagblad K., maar ook het AD en De Telegraaf die we op ons vakantieadres lezen. Narigheid alom; ongelukken, branden, moord en doodslag, faillissement, uit-huis-zettingen, en natuurlijk de politiek. Niet dat ik vind dat politiek in dat hoekje behoort, maar zo wordt het wel neergezet. Iedereen levert kritiek op de ander, en vaak nog het liefst bevuilt men het eigen politieke nest. Waarom vraag je je soms af. Waarom moet Bram Peper nou zo nodig zeggen dat hij in Amsterdam nog wel op Lodewijk Asscher zou stemmen, maar in zijn eigen Rotterdam heeft hij zijn bekomst van zijn partij. Lekkere timing.Lekker voor zijn politieke vrienden in Rotterdam. Maar die heeft hij misschien al te vaak beschimpt, dat weet ik niet.

Of CDA-ers die openlijk discussiëren of Jan Peter nu wel of niet moet ophoepelen nadat zijn vierde kabinet ook gecrasht is. Het ligt blijkbaar volgens sommigen aan hem. Maxim ziet ondertussen zijn kansen groeien en ook Camiel heeft opeens iets anders aan zijn hoofd dan kilometerheffing. Opzij met de ANWB leden, nu kan hij gewoon zelf zeggen dat hij het niets vindt.Zij houden zich op de vlakte, maar het is een hot item voor alle andere CDA-ers.

Binnen de VVD is men gematigd. Mark doet het leuk. Vinden velen. Ik vind Mark persoonlijk het niet leuk doen, niet goed doen en niet slim doen. Hij lijkt mij teveel op een student die aan zijn derde studie bezig is. Hij koketteert in de media dat hij een grote vriendenschare heeft die gelukkig niet over politiek praten. Waar zouden deze vrienden dan wel over praten? Misschien wel over hoeveel bier ze opkunnen na de voetbalwedstrijd. Maar eerlijk gezegd praten ze volgens mij vooral over dure auto’s en hoe je het belastingformulier zo creatief mogelijk op een toch nog eerlijke manier kunt invullen.Of hoe je in de supermarkt de domme 16-jarige caissiere voor de gek kunt houden door een sticker van een goedkope fles op een hele dure te plakken. Ze heeft het toch niet door, kicken!

Geef mij maar het nieuws over de hond die gered is. Ik kan daar de hele week blij van blijven. En dat terwijl tegelijkertijd de kranten ook nog vol staan over leed van geiten die massaal geruimd worden voor de q koorts. Ik troost me maar met de gedachte dat ik weinig vlees eet, juist om dierenleed te beperken. En neem me dan meteen voor om de hele week aan de vegetarische burgers te gaan. Wat dat betreft is het thuis niet zo democratisch; ik doe de boodschappen, ik betaal en ik bepaal. Vandaag vegetarische tagliatelle, morgen dito lasagne en woensdag pannenkoeken. Vegetarisch gehakt smaakt prima als je genoeg geraspte kaas in de lasagne verwerkt en tagliatelle wordt al lekker door de pesto. De pannenkoeken krijgen een laag zelfgemaakte jam, of gewoon stroop. Goed nieuws voor de familie thuis. Men lust graag tagliatelle, lasagne en pannenkoeken.

Nu dit goede nieuws nog even op mijn blog zetten: geen dierenleed bij het avondeten deze week bij de familie Dorenbos. Dat mag toch wel eens in de krant. En als dat nou eens gepubliceerd wordt, dan plakken we er nog een week achteraan.