woensdag 30 juni 2010

Kabinetsformatie door naar kwartfinale en Oranje ook

De kabinetsformatie na de verkiezingen van begin juni is in de kwartfinale beland. Er zitten partijen aan tafel die gaan uitzoeken of ze er samen uit kunnen zien te komen op heikele punten, zoals de hypotheekrenteaftrek en het wel of niet verkorten van de WW. De partij van Wilders is niet aan zet. Die haalde het niet eens in de groepspoule, om in voetbaltermen te spreken. Niet omdat Wilders de kans heeft gekregen om na zijn belangrijkste breekpunt ook al het andere PVV gedachtegoed op de onderhandelingstafel te gooien. Het CDA wil niet eens met hem aan tafel zitten voordat hij een soort voorakkoord heeft gesloten met de VVD. Misschien was het handig geweest om als CDA al in de verkiezingsstrijd aan te geven dat de PVV voor het CDA een breekpunt was, maar elke keer werd dit juist niet uitgesproken terwijl men wel de mond vol had over het breekpunt van de hypotheekrenteaftrek. De kiezers van de PVV voelen zich bedrogen, maar door wie eigenlijk? Toch niet door het CDA, want daar hebben ze niet op gestemd.

Verder verbaas ik me over de geluiden dat de PVV perse in de regering zou moeten komen. De reden die wordt gegeven is dat het de partij is die het meest gewonnen heeft. Maar dat “meest gewonnen”is toch ook weer relatief, aangezien de VVD en de PvdA toch groter zijn geworden. Het gaat niet alleen om het binnenhalen van nieuwe kiezers, maar ook om de kiezers die standvastig op dezelfde partij blijven stemmen. De meeste stemmen tellen nog altijd, en niet perse de grootste winst tov de vorige verkiezingen.

Maar nu lijkt er toch wat schot in de formatie te komen. Er is een mogelijkheid van VVD, CDA, PvdA aangevuld met D’66 en Groen Links. Een rechts/links combinatie of een middenpartijenkabinet plus-plus of hoe je het ook wilt noemen ligt binnen de mogelijkheden. En het zomerreces staat voor de deur en daarom willen we toch ook snel resultaat zien. Met deze vijf partijen in een breed gedragen kabinet valt er voor alle partijen die deelnemen veel te verliezen. Aan de rechterkant zal zo’n kabinet de toorn van de PVV op zich afroepen en aan de linkerkant de hoon van de SP. En het gelovige deel van het kabinet zal door de SGP aan de tand worden gevoeld. Maar is het daarom een slechte keus? Misschien is het wel de enige keus.

Ik denk dat dit het enige kabinet is dat op dit moment kans van slagen heeft. Gezamenlijk de lasten dragen van de immense bezuinigingen. En dan moeten de PVV en de SP maar vier jaar lang roepen dat zij het allemaal anders gedaan zouden hebben als ze in de regering hadden gezeten. De vijf partijen houden elkaar in een wurggreep, in een 'innige' omhelzing zou je ook kunnen zeggen, zuiver en alleen omdat als er eentje uitvalt de basis onder dit gesloten verstandshuwelijk wegvalt.Misschien groeit de echte liefde tijdens die vier jaar ook wel. Misschien heeft Mark Rutte dan toch zelf een vrouw gevonden in Femke Halsema. Kan BNN meteen stoppen met zijn pogingen om Rutte te koppelen.

Volgens mij heeft Bert van Marwijk het tijdens het WK minstens zo moeilijk als de informateur Tjeenk Willink. Nu is de temperatuur in Zuid Afrika niet al te hoog, maar de emoties bij de aanvallers lopen hoog op. De krantenfoto van Van Persie die Van Marwijk iets toeschreeuwt, spreekt boekdelen. De coach houdt zijn hoofd iets gebogen, waardoor er iets onderdanigs in zijn houding sluipt. Volgens liplezers heeft Van Persie heftig geprotesteerd tegen zijn wissel en toegeschreeuwd dat Wesley Schneider beter het veld kon ruimen. Met Wesley blijkt hij een tijdje geleden ook al mot te hebben gehad en dat was net opgelost. Oranje heeft zijn grootste tegenstander misschien wel gevonden en deze heet dus niet Brazilië. Nu wordt het vrijdag heel moeilijk om Brazilië te verslaan, dat sowieso. Maar dan gaat het over het voetbal op zich. Maar als we er een extra tegenstander binnen het veld bij krijgen door een verdeeld team is het bijna onmogelijk.

Conclusie: Van Persie niet meer opstellen, doodzwijgen en de sfeer in de rest van het team zien te behouden. Wat maakt het ons tenslotte uit wie er scoort, als er maar wordt gescoord. Drie –een voor Nederland lijkt mij een goede uitgangspositie tegen Ghana of Uruguay in de halve finale. De eerste mag Robben maken, de tweede is voor Van der Vaart en Schneider maakt er drie van. Dan nog een penalty tegen van Brazilië. Daarna wordt Nederland ook een “Angstgegner” . Als we dan Duitsland of Argentinië in de finale niet verslaan, weet ik het niet meer. Drie keer is scheepsrecht. We hebben van allebei al een keer verloren, dat tij moet gekeerd kunnen worden. Oranje boven; een nieuw kabinet voor de zomer en een WK in de pocket. Dan kan de zomer toch niet meer stuk. Wie heeft het dan nog over het weer?

maandag 14 juni 2010

Hondenbelangen

Er zijn honden die heel goed los kunnen lopen zonder ooit een mens of een dier lastig te vallen. De eigenaren van deze honden zouden heel graag zien dat ze hun trouwe viervoeter los kunnen laten lopen in de duinen. Dit mag op dit moment niet. Een hond mag alleen aangelijnd mee. Als je je hond tegen de regels in los laat lopen kun je een boete krijgen.

Afgelopen weekend is actie gevoerd door een groep hondenbezitters. Zij wilden aandacht voor het belang van hun honden. Volgens hen is het belangrijk voor een hond dat ze vrij zijn en voor sommige hondenbezitters zat er ook een stukje eigen belang bij, want een mevrouw gaf naar de krant toe aan dat ze haar drie honden bijna niet in bedwang kan houden aan de lijn. Een opvoedcursus is dan geen overbodige luxe, lijkt me.

Wij hebben ook een hond, Sushi. Ze gaat al een tijdje mee, is 14 jaar en is gek op de duinen en op bossen. De reden ligt in het feit dat er volop luchtjes van andere dieren op te snuiven zijn en dat doet ze ook heel enthousiast. We noemen haar daarom ook nog wel eens Snuffie. Bleef het alleen nog maar bij ruiken, maar ze is gek op Hooglanderpoep. Verder zou ze het liefst die grote beesten aanvallen als ze ze ziet. We zijn menigmaal langs een kudde Hooglanders gelopen met een grommende hond aan de korte lijn en dan maar hopen dat ze niet agressief terug gaan doen. Dat valt gelukkig reuze mee.

U begrijpt het al, loslopen is geen optie. Aangezien ze vanaf het begin aan de lijn moest lopen in de duinen, maakt ze er geen punt van. Er zijn zoveel aangename luchtjes dat ze vrolijk doorstapt. En als ze te lang blijft snuffelen, is de lijn ook handig. Met een klein rukje loopt ze weer lekker een eind door. Maar het belangrijkste vind ik dat ze zo geen ander dier lastig kan vallen en dat wij haar niet kwijtraken. De uitdaging zien we dan maar in een iets langere wandeling.
Ik denk dat er gerust veel honden zijn die altijd braaf luisteren naar de baas, nooit achter een konijn of muis aangaan, die Hooglanders met rust laten en die ook niet over het hekje naar de Scottish Blackface springen. Maar ik denk dat er bijna net zoveel honden zijn die niet zo gedisciplineerd zijn. Honden die grote schade zouden kunnen aanrichten en dierenleed veroorzaken. Trouwens, ik hoor ook wel eens hardlopers zeggen dat ze aangevallen worden door honden in de duinen.

Min eigen hond mag alleen loslopen in een deel van Overbos, het Beverwijkse stadspark. Een prima hondenuitlaatplek, met voldoende afvalbakken om hondenpoep netjes op te kunnen ruimen. Oppassen moet je nog steeds, want eenden zijn ook niet te versmaden voor veel honden. Maar het overzicht is goed en je ziet op tijd wanneer de hond weer even aan de lijn moet.

Het is fijn dat je je hond kunt bieden wat hij/zij nodig heeft, maar houd altijd rekening met andere mensen en dieren. Als je ziet dat iemand bang is voor een hond, maak je hond dan even vast. Zie je dat je hond een oogje laat vallen op een eend, doe hetzelfde. Laat hem los waar het kan en maak hem vast waar het moet. Zo kunnen we toch allemaal van een park of van de duinen genieten?

woensdag 9 juni 2010

Stoplicht op groen voor Daltonschool

Vandaag een groot stuk in de krant over het invoeren van Daltononderwijs bij basisschool Het Kompas in de wijk Zwaansmeer. Dit schoolprincipe is niet gebaseerd op vrijheid, blijheid zoals in eerste instantie misschien lijkt. Natuurlijk krijgen kinderen meer vrijheid, omdat ze veelal zonder begeleiding van de docent aan het werk zijn. Maar duidelijke afspraken over hoe de samenwerking moet verlopen horen hierbij en ook het houden aan regels, zoals het stil werken als het stoplicht op rood staat. Ik denk dat het een goede voorbereiding is op een succesvolle carrière in het voortgezet onderwijs. En ik ben eigenlijk een soort ervaringsdeskundige, omdat vroeger ook al via het Daltonprincipe les kreeg. De school waarop ik zat, de Jan Ligthartschool aan de Belgiëlaan, was daar namelijk volop mee bezig. Ja, dit is dezelfde school aan de Belgielaan waar nu zoveel over te doen is omdat deze in beeld is als tijdelijke huisvesting voor de Broekpolderscholen. Het wordt steevast “het oude Kompas”genoemd, maar het is gewoon de oude Jan Ligthartschool. Het stenen gebouw uit de jaren zestig, waar met een goede, ingrijpende opknapbeurt heel wat van te maken is.

Op die school kwam ik in 1967. Voor mij was het een heerlijke school met een groot schoolplein, waar voor iedereen volop ruimte was om te doen wat je wilde. Knikkeren, kaatsenballen, papagaaitje-leef-je-nog, elastieken, van paaltje naar paaltje springen, meidenvangertje en wat al niet meer. Je had als kind buiten lekker de ruimte en als ik naar de kleinere schoolpleinen van nu kijk, heb ik vaak een gevoel van medelijden met de kinderen. Maar niet alleen buiten hadden wij de ruimte. Ook binnen kregen we de ruimte. En niet omdat de lokalen nu zo groot waren. Het waren standaard lokalen, waar de eerste jaren meer dan veertig leerlingen in de klas zaten. Nu waren we ook klein en hadden korte beentjes, maar het zat goed vol, propvol. Maar de ruimte die je kreeg, zat in het Daltonprincipe waarmee in de bovenbouw gewerkt werd.

Je kreeg aan het begin van het jaar een takenboekje. De leraar/lerares schreef op het bord welke taken voor taal, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde en kennis der natuur je aan het eind van de week af moest hebben. Er waren bepaalde tijdvakken per dag dat je zelf mocht bepalen aan welk vak je werkte. Stel dat je twee hoofdstukken rekenen per week af moest hebben. Dan kleurde je na 1 hoofdstuk af de helft van het takenvakje groen. Dan begon je daarna bijvoorbeeld aan de taalles. Het prettige vond ik, dat je halverwege de week al een goed gevoel kreeg als je zag dat je al meer dan de helft af had. Als je de taken voor de hele week afhad, mocht je tekenen of zoals sommige ijverige leerlingen deden: doorwerken! Het gevolg was wel dat in de zesde klas (wat nu groep 8 is)diverse leerlingen ruim voor het einde van het schooljaar klaar waren met de rekenboekjes. Daarna had de school dan een wiskundemethode. Je hoefde je dus niet te vervelen. Met een stoplicht werkten wij niet. Vroeger was het: “Mond op slot!”en dan was bijna iedereen stil.

Toen ik in de brugklas van de OSG (later Berlingh College) belandde, had ik een voorsprong in zelfstandig werken. Plannen was eigenlijk al een tweede natuur geworden. In mijn agenda kleurde ik ook het huiswerk in dat ik afhad. Niet verwonderlijk dat ik mijn schoolloopbaan zonder horten en stoten heb doorlopen. Natuurlijk haalde ik wel onvoldoendes. Wiskunde is nooit mijn vak geworden en scheikundeafkortingen kon ik niet lang onthouden. Gelukkig bleek er een a-stroom te zijn, met allerlei vakken die mij wel lagen.

De leerlingen op Het Kompas boffen. Goed voorbereid gaan zij na groep 8 naar de brugklas en zullen daar in ieder geval geen moeite hebben bij het zelfstandig werken in de klas. Het enige verschil is dat er geen stoplicht zal staan dat op rood of groen staat. Maar dat zal geen probleem zijn.

maandag 7 juni 2010

Opruimen of oprommelen?

Vorige week ben ik begonnen met een grote opruimingsoperatie op de zolderverdieping van ons huis. Aanleiding is dochter, die heeft aangegeven een grotere kamer te willen waar ook een tweepersoons bed in past. Die grote kamer heeft ze gevonden in de vorm van de oude kamer van haar zus, die reeds twee jaar geleden uit huis is vertrokken om in een eigen stulpje verder te gaan. Met achterlating van bijna alle spullen die ze in haar negentieneneenhalfjarige leven had opgebouwd. Dat betekent: een kast vol ministeck, puzzels, oude schriften. Planken vol knuffels en poppen. Het keukentje, dat opa speciaal voor haar gemaakt had. Poppenwagen, poppenhuis, boeken van de Disney Club, Wipneus en Pim, Dolle Tweeling en noem maar op. En nog een aanzienlijke collectie videobanden. Maar het ergste van alles: dozen vol met van alles en nog wat troep. Het aanvankelijk zo voortvarend begonnen opruimen verzandde binnen de kortste tijd in oprommelen. Als het ene object was opgeruimd, kwam de volgende rommel weer naar voren.

Het oprommelen houdt qua tijd ook enorm op. Elke keer kom ik spulletjes van de kinderen tegen, waar herinneringen aan kleven. En onze hele familie heeft moeite met het weggooien van zaken waar een herinnering aan kleeft. De ene keer is dat aan een amandeloperatie van zoon, de andere keer aan het eerste slaapfeestje van dochter 2, of weer een aankoop van dochter 1 op de koninginnedagmarkt (waar ze zo blij mee was). Ik geef toe dat ik wat weggooien betref een watje ben. En wat al helemaal moeilijk is, is het wegdoen van knuffels. Ik denk dat we er in totaal zes dozen en drie planken vol mee hebben. Dit leidde ertoe, dat oudste dochter nu al aangeeft , dat als ze later kinderen krijgt, ze geen knuffels vraagt. De voorraad in het ouderlijk huis zal dan worden aangesproken. Zegt ze nu!

Jongste dochter b leek op haar oude kamer ook nog een verstopte voorraad oud speelgoed te herbergen. Keurig verscholen achter de diepe ruimte onder haar bed kwamen een grote boerderij, duplo en lego en een hele voorraad Furby’s (kleine,knuffelbare diertjes in allerlei kleuren met strepen en stippen of felle kleuren) tevoorschijn. Ja, het leek zo handig: een hoog bed met bergruimte. Gelukkig bleek er achter de luiken op zolder nog ruimte te zijn toen we alle giro’s die daar bewaard lagen (vanaf de studentenflat waar manlief en ik begonnen zijn in Osdorp bijna dertig jaar terug) verwijderd hadden. Toch leuk om nog eens te kijken wat je verdiende met je vakantiebaantje en hoeveel de huur bedroeg in die tijd.
Maar het oprommelen is nog niet klaar. Al die dozen met van alles en nog wat troep moeten nog goed bekeken worden om te kijken wat weggegooid kan worden. Het zijn er ongeveer zeven, dus daar moet ik vandaag maar een slag in slaan. Vrijdag moet in ieder geval de hele operatie achter de rug zijn, want dan wordt het nieuwe bed opgehaald bij IKEA. Weer een bed met lades eronder, want dat is zo handig voor kussens en dekbedden. Misschien moet er nog een wandje worden geschilderd, en er moeten nog wat zware spullen versleept worden voor het vrijdag is, want de kamer staat vol met een bureau, een grote leunstoel, etcetera.

Maar als het klaar is, zullen we een tevreden jongste dochter hebben, die eindelijk een grotere kamer heeft. Een tweepersoonsbed, met aan het voeteneind ruimte voor een televisie. De oude slaapkamer beneden wordt dan haar studeerkamer voor als ze volgend studiejaar aan de Hogeschool van Leiden haar studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening begint. En dan maar hopen dat ze niet binnen een jaar op kamers wil, want dan begint het oprommelen opnieuw.