zaterdag 31 juli 2010

Als een prins in het torentje, maar het wordt geen sprookje

Net nu de onderhandelingen voor het formeren van een rechts kabinet in de startblokken staan, staan de kranten al vol met voorbeelden van groepen die getroffen gaan worden als dit kabinet daadwerkelijk gaat uitvoeren waar het voor staat. Bekorten van de ww gaat voornamelijk die groepen treffen die toch al vaak de pineut zijn. Oudere werknemers (boven de 55) met een lage opleiding. Juist die mensen die geen stimulans nodig hebben om te moeten werken, omdat ze niets liever willen. Maar dit zijn ook juist die mensen die niet meer aan de bak komen, omdat ze de kans niet krijgen. Willen is het probleem niet.

De tendens rond de bekorting van de ww uitkering is telkens te melden dat het goed is voor de werkgelegenheid. Voor ondernemers is het voordeliger en die zullen in betere tijden weer makkelijker personeel inhuren als ze er ook weer makkelijker vanaf komen. Daar zal best een kern van waarheid inzitten, maar voor werknemers wordt de onzekerheid alleen maar groter.

Privatisering van bedrijven is ook jarenlang gestimuleerd. Consequenties is o.a. dat de postbezorgers geen belegde boterham meer kunnen verdienen. TNT is zich daar ook bewust van en heeft deze week een campagne met advertenties in damesbladen gestart om nieuwe postbezorgers te werven onder de vrouwen die een beetje bij willen verdienen. Een prachtige foto van moeder met twee zoons, waarnaast een promotalk waarin moeder vertelt hoe handig het is dat ze haar eigen tijd in kan delen, en in totaal zo’n vier uurtjes werkt per dag. En ze kan dus ook de kinderen uit school halen. Ze kan haar werk(halve)dag inplannen rond de prioriteiten van haar gezinsleven.

Er wordt natuurlijk niet gesproken over de nadelen van het werk waarvan het lage loon natuurlijk een voorbeeld is. Want anders waren kostverdieners wel in staat gesteld om dit werk te blijven doen.

Zijn we nu weer terug bij af? Waar is de Task Force van Pia Dijkstra die ervoor zou zorgen dat vrouwen meer konden gaan werken waardoor ze volwaardig konden meedraaien op de arbeidsmarkt en economische zelfstandigheid konden bereiken? Oh, Pia Dijkstra zit natuurlijk nu voor D’66 in de Tweede Kamer, daar heeft ze haar handen aan vol.
Wat willen we in Nederland nu echt? Willen we dat rechtse kabinet met de uitwassen van een verdergaande liberalisering en bekorting van uitkeringsduur? Zelfredzaamheid vervalt weer tot; je zoekt het zelf maar uit? Of gaan we terug naar een solidaire samenleving waar het niet ieder voor zich is en waar gekeken wordt naar de belangen van kwetsbare groepen?

Ik denk dat paars-plus heel wat meer kansen had geboden op dit laatste aspect. Jammer dat Mark Rutte dacht met linkse partijen te kunnen regeren zonder ook maar 1 speerpunt van de VVD in te hoeven leveren. Maar om je dan meteen daarna over te leveren aan de grillen van een partij, die je aan een meerderheid van 76 zetels in de kamer kan helpen (tegen die 74 oppositie!)? Hero Brinkman wordt zo een machtsblok op zich binnen de PVV. Zijn wil is wet. Zodra hij zijn zin niet krijgt, kan hij de meerderheid om zeep helpen. Is dit echt de door Mark Rutte gedroomde regering? Dan zal hij waarschijnlijk de komende jaren nog heel wat slapeloze nachten doorbrengen. Je mag dan wel in het torentje zitten, maar een sprookje wordt het nooit.

donderdag 22 juli 2010

Zesjescultuur zit tussen de oren

Sinds Jan Peter Balkenende een tijd geleden sprak over het doorbreken van de zesjescultuur en het terugbrengen van de VOC mentaliteit heeft menig journalist artikelen geschreven die hier op doorgaan. Ook deze week was het weer raak. Of het nu komkommertijd is of niet, het moet maar eens afgelopen zijn met een beeld dat voornamelijk tussen de oren zit van mensen, die denken dat vroeger alles beter was en dat de jeugd veel beter gemotiveerd was. Dat de HBS meer opleverde dat het huidige HAVO onderwijs en dat jongeren van tegenwoordig lui zijn en voor de zesjes gaan.

Want sinds het verhaal van de VOC mentaliteit, zijn mij opvallend veel verhalen ter ore gekomen van mensen die nu hoge posities hebben, maar opscheppen over het feit dat ze wel twee keer op de HBS zijn blijven zitten omdat ze er met de pet naar gooiden. Niks zesjesmentaliteit, gewoon geen zin. Net zoals zoveel jongeren van tegenwoordig zich tijdelijk niet kunnen motiveren voor school. Dat heeft niets te maken met zesjesmentaliteit, dat heeft gewoon te maken met het proces van opgroeien; puberteit. Een periode waarin je met jezelf worstelt, laat staan met de rest van de wereld. Het verschil met vroeger is alleen dat jongeren het zich niet kunnen veroorloven twee keer te blijven zitten. Bij overgangsproblemen in de onderbouw wordt al snel een leerling geplaatst op een lager niveau. Bij uitzondering blijven mensen nog zitten. Zouden scholen dit allemaal doen omdat dit voor een leerling beter is? Of zou het ook te maken kunnen hebben met het feit dat scholen worden afgerekend op overgangsrapportages, die in alle kranten worden gepubliceerd?

In de jaren dat ik heb lesgegeven aan pubers, viel mij op dat er veel jongeren van de lagere school komen, die de potentie wel hebben, maar nog niet de werkhouding aankunnen die nodig is om de goede resultaten te behalen. De trend is dat steeds meer elfjarigen de brugklas instromen. Van die leerlingen wordt een serieuze werkhouding verwacht, waarin ze al bezig zijn met hun toekomst. Niet meer de vrijblijvendheid van nog een jaartje over doen als het even niet lukt. Nee, flink aan de bak. Vanaf het eerste jaar tot het laatste jaar. Altijd geconcentreerd, altijd je huiswerk maken, altijd ervoor gaan! Als je eindigt op je eindexamen met alleen zesjes en een paar zevens word je namelijk gezien als iemand met een zesjescultuur op het voorhoofd geschreven.

Met zesjes en zevens op je eindlijst voor het atheneum ben je eigenlijk een loser. Zeker als het op een lotingstudie als medicijnen aankomt. Je maakt maar een geringe kans om toegelaten te worden tot deze veelgewenste studierichting. Maar ben je eigenlijk wel een loser? Had je wel beter gekund? Wie zegt dat de leerling die zessen scoort op de helft van zijn eindexamenvakken daar niet hard voor gewerkt heeft?

Ik weet nog van vroeger dat de vakken waar ik zessen voor haalde op mijn overgangsrapporten het meeste tijd en de meeste energie vroegen. Ik snapte niets van wiskunde en de leraar in de klas wilde “domme” vragen nooit beantwoorden. Nou, zie dan nog maar eens een zes te halen. Daar gingen weken aan voorbereiding aan vooraf. Ik voelde me geweldig als het toch gelukt was. ("Dat valt me mee van jou, heb je toch nog geluk gehad" was het commentaar van de leraar) Terwijl de jongen in de klas die er zo goed in was er met nog een keer doorlezen een acht of negen uitsleepte en daar uitvoerige complimenten voor kreeg.

Vakken waar ik goed in was, daar haalde ik met een beetje leren een acht voor. Misschien had er nog wel meer ingezeten, maar ik had veel tijd nodig voor de vakken waar ik niet goed in was. Want ik kreeg meer voldoening van die 6 voor wiskunde, of later economie 2 (boekhouden). Daarvan heb ik ook geleerd door te zetten. Ook heb ik leren omgaan met de frustratie dat je soms een 5 haalde terwijl je toch keihard gewerkt had (met 0% inzicht!) en heb ik geleerd me te motiveren om er de volgende keer weer toch weer voor te gaan. Van het leren van Frans, Engels of Nederlands had ik alleen maar plezier. Het waren voor mij makkelijke vakken. Ik snapte de grammatica en kon makkelijk woordjes leren. Ook begrijpend lezen was een makkie.

Kortom, de zesjescultuur zit tussen de oren. We doen tegenwoordig net of iedereen die acht kan halen, als hij/zij maar genoeg zijn/haar best doet. Wat een flauwekul. Natuurlijk zijn er hele luie middelbare scholieren, die een zesje genoeg vinden. Van die jongeren denk ik altijd dat ze het later nog wel ontdekken. In hun jeugdige onverschilligheid gaan ze calculerend te werk. Ze snappen nog niet waar ze het voor moeten doen (voor zichzelf, duh ). Later komen ze zichzelf vanzelf tegen en het zal je verbazen hoeveel van hen het later nog heel ver weten te schoppen. Maar het gros dat zesjes haalt, heeft zelfs moeite om dat zesje te halen. Een beetje meer respect voor jongeren die zesjes halen lijkt me daardoor wel op zijn plaats.

En bovendien zouden we eens even goed naar onszelf moeten kijken voordat we het woord VOC mentaliteit of zesjescultuur nog een keer in ons mond (of in de pen) nemen. Zijn wijzelf altijd supergemotiveerd om elk klusje voor 100% te doen, of maken we onszelf er ook wel eens met 60 % (een zesje ) vanaf? Ik geef eerlijk toe dat ik dat wel doe. Voor het huis schoonmaken kan ik de motivatie niet altijd opbrengen en doe ik alleen het hoogstnodige. Het onkruid kan ook nog wel een week langer blijven staan en de ramen lopen ook niet weg. Maar mijn hond laat ik enthousiast vijf keer per dag langdurig uit, mijn knaagdieren krijgen de verzorging die ze nodig hebben, inclusief buiten spelen en als ik het huis schilder of behang ga ik non-stop door tot het af is. Leuke klusjes doe je nu eenmaal met meer plezier.

woensdag 14 juli 2010

Deventer heeft op Stelten en Beverwijk heeft Young Art!

Zaterdag op weg met de trein naar Deventer voor het grootse evenement Deventer op Stelten. De treinreis verliep op de heenweg voorspoedig en om twaalf uur waren we in het centrum. Stapels programma’s lagen daar klaar voor de bezoekers en we vielen dus met onze neus in de boter. Al toen we de Brink op kwamen lopen zagen we vier inspecteurs op stelten met allemaal dezelfde hoofden met brilletjes en uitrekbare nek. Overal probeerden ze hun neus in te steken. Af en toe boog er een gigantisch ver voorover om in een tas te snuffelen, of iemand doordringend aan te kijken.

De temperatuur in Deventer was tropisch en we hadden echt medelijden met de acteurs die in hun dikke gewaden en dan ook nog op stelten het publiek verrasten met hun formidabele optredens. Na enige tijd ontvluchtten we de hitte en doken we het museum in, waar een interessante tentoonstelling met audiotour was over de ontwikkeling van blik in Nederland. En het was er ook nog eens heerlijk koel.

De winkeltjes in Deventer boden ook af en toe verkoeling. En je vind er de leukste dingen en de mooiste ansichtkaarten. En zo lopend door de stad kom je diverse podia tegen waar je weer nieuwe voorstellingen op stelten ziet. Op het eind zagen we ook nog een man die met een hand tegen een muur aanleunde en dan op drie meter hoogte. Geen idee hoe dat kon. Hij hing daar met zijn voeten in het luchtledige, zonder touwen of ijzeren constructies of wat dan ook. Hij liet dan ook af en toe zien dat hij zijn benen kon bewegen en zijn andere arm. Er waren mensen die expres tot half vijf wilden blijven kijken, want dan zou hij ermee stoppen en dan zouden ze weten hoe het mysterie toch eigenlijk geen mysterie was. Maar wij kozen ervoor om uiteindelijk toch door te lopen, in verwondering en zonder ooit te weten hoe dit nu kon. Het is wel eens lekker om te blijven geloven dat mysteries bestaan.

Terug in de gekoelde trein was er een gezellig clubje meisjes dat overduidelijk op weg was naar Schiphol voor een strandvakantie. Ze hadden al voorpret en zaten volop te lachen en te kaarten en lol te maken met de conducteur. Toen bleek dat we ruim een half uur vertraging hadden, zaten ze daar absoluut niet mee. Ze hadden toch al online ingecheckt en waren ruim op tijd vertrokken. De treinvertraging kwam door wisselstoringen en we kwamen net op tijd in Amersfoort aan om de trein naar Amsterdam van een half uur later nog te halen. Maar een minuut na onze trein kwam de volgende trein uit Deventer alweer aan. Dat vonden wij wel heel bijzonder. Hoe kon dat nou? Wij hadden om de haverklap stilgestaan door wisselstoringen en zij hadden een half uur na ons gewoon op tijd gereden en kwamen dus bijna tegelijkertijd aan. Heel apart.

Het is wel fijn dat de NS op de langere trajecten gekoelde treinen inzet. Het verschil met een gewone sprinter merkten we in Haarlem, toen we in de sneltrein naar Beverwijk stapten. Gloeiend heet, waardoor je alsnog bijna van je graat ging. Blij waren we toen we eindelijk op de fiets konden stappen op weg naar huis. En daar heerlijk luieren en de tuin en lekker de semi finale van het voetbal kijken. Er viel voor ons toch niets te verliezen, dat kwam een dag later pas.

Maar om een lang verhaal kort te maken: ga volgend jaar ook eens naar het grootse festival Deventer op Stelten. Je zal echt verrast worden door dit straattheater. Maar omdat het nog bijna een jaar duurt voordat het weer zover is, kun je beter dit weekend naar het Young Art Festival in Beverwijk gaan. Daar staat ook weer een fantastisch programma op de rails. Nationale bekendheid, regionale bekendheid of plaatselijk? Het is er allemaal te vinden. Gelukkig werkt het weer volgens Erwin Krol mee en kunnen we zonder al te veel regen gaan genieten. Het is fantastisch dat we dit festival in Beverwijk hebben en laten we met zijn allen laten zien dat we daar trots op zijn.

maandag 12 juli 2010

Het trauma voorbij

Gisteren de verlenging van de finale van het WK ontvlucht, omdat ik het niet langer kon aanzien. Het ging niet lekker voor Nederland, geen gelukjes dit keer en hard spel. Het gaat tenslotte wel ergens om. Als er uren van mijn leven lang geduurd hebben, zijn het deze wel. Blij dus dat het tijd was om de hond uit te laten. Als er iets positiefs gebeurt, hoor je op straat toch wel het gejuich. Ondanks het feit dat ik de hond zo lang mogelijk liet snuffelen op alle plekjes die ze maar wilde, ik hoorde geen gejuich. Wel een keer een krachtterm, maar die was ook niet weer zo hard dat de tegenstander gescoord zou hebben.

Ik liep net zo lang door, tot ik vermoedde dat ze aan de strafschoppen begonnen waren. Toevallig stond er langs de wandelroute een tv toestel met goed uitzicht vanaf de straat. En laat ik daar nu net op dat moment zien hoe Spanje scoort op het eind van de verlenging. Ik bleef nog even staan of ik het echt goed gezien had, maar natuurlijk had ik het goed gezien. Nog geen dertig meter verderop kwam ik een groep jonge meisjes tegen die uiting gaven aan hun afkeer van Spanje. Zij hadden duidelijk hun eerste WK trauma opgelopen.

Wat mag je je dan gelukkig prijzen dat je al eerder WK trauma’s hebt opgelopen. En waarschijnlijk veel ergere trauma’s. De winst in de finale van ’74 is ons ontstolen door een onterechte strafschop na een ‘Schwalbe’van Duitsland. De tweede finale konden we toch eigenlijk niet winnen doordat we tegen het hele stadion in ArgentiniĆ« speelde. De elf spelers van Maradonna’s team werden ondersteunt door tienduizenden landgenoten die het bloed van Holland wel konden drinken. Maar deze finale in Zuid-Afrika was anders. Natuurlijk hadden we goed voetbal gespeeld tot aan de finale.

Maar dat is niet genoeg. Je moet in de finale zien te scoren. Dat de kranten vandaag schrijven dat de goal te wijten was aan het feit dat de scheidsrechter een terechte hoekschop aan Nederland niet gegeven heeft, waardoor Spanje in de rebound kon scoren doet mij niets. Dat stukje heb ik gelukkig net gemist op tv. Dit keer voor mij geen trauma, ik hoef niet meer. De pijn van ’74 is genoeg voor alle WK’s die nog gaan komen. Maar nu we drie keer een finale verloren hebben, zijn we voor de rest van deze eeuw de eeuwige underdog. Wij zullen nooit meer favoriet zijn.

Ken je die mop van de Nederlanders die drie keer de finale gespeeld hebben? Ze wonnen geen een keer. Zo zullen wij de geschiedenis ingaan. Als eeuwige tweede, net als Joop Zoetemelk. Maar, zoals we allemaal weten: op het moment dat wij ons al lang hadden neergelegd bij het feit dat Joop Zoetemeld nooit meer de tour zou winnen, won hij hem toch. Niet mooi, niet als sterkste, maar hij won. Dat kan dus ook altijd nog een keer. Wij kunnen dus ook de WK finale nog een keer winnen. Niet tijdens het toernooi waarop we het mooiste voetbal spelen, het meest een eenheid zijn, alle zes wedstrijden voor de finale op rij winnen, een coach hebben die erin gelooft. Nee, juist als we met de hakken over de sloot door de poule komen. Lelijk voetballen en alle kansen missen en slechts door penalty’s verder komen. Een coach hebben die halverwege het toernooi zijn twijfels over diverse spelers van het team uit, en een belangrijke speler moeten missen die net voor het WK geblesseerd raakt en niet mee kan. Misschien hebben we dan een kans en winnen we toch nog ooit een keer de finale. Dan zijn alle Nederlanders voorgoed het trauma voorbij.

Maar zolang dat nog niet het geval is, enkele relativerende opmerkingen tot slot:

Voor Johan Cruijff zal het toch een opluchting zijn dat Van Bronckhorst niet is gelukt, wat hem ook niet is gelukt. Zo blijft de mythe Cruijff nog decennia in stand. En voor iedereen die de finale van ’74 heeft meegemaakt: We waren toen toch echt het ultieme droomteam? Als het ooit had moeten lukken, was het toen.

De woonboten in Amsterdam zullen in ieder geval niet bezwijken onder de Oranjefans. De bewoners ervan zullen rustig slapen vannacht. Voor Eberhard van der Laan als nieuwe burgemeester toch ook een meevallertje! Denk eens aan de mogelijke schadeclaims.

We zijn wel even vice-wereldkampioen geworden. Laten we gewoon Duits denken en niet dat Hollandse naar beneden gepraat. Met zestien miljoen inwoners, 1 van de kleinste landjes van de wereld, maar wel mooi vice-wereldkampioen. Denk groot!

donderdag 8 juli 2010

Spanje, de nieuwe 'Angstgegner' van Holland?

Gisteren heeft het Spaanse voetbalelftal laten zien dat je gewoon de halve finale kunt winnen door 90 minuten te blijven voetballen en je eigen spel te blijven spelen. Wat verbaasde, was dat Duitsland hun hier ook de kans voor bood. Van het Duitse elftal, zoals dat gisteren op het veld stond, zou Nederland in de finale zeker ook gewonnen hebben. Dan was het trauma dat bijna alle Nederlanders boven de 45toen hebben opgelopen voorgoed van de baan geweest. Zelf had ik na deze finale vooral een hekel aan Franz Beckenbauer. Van alle Duitsers gunde ik vooral hem de titel niet, omdat hij een arrogantie uitstraalde van hier tot Tokio en weer terug.Ze hebben toen gewoon gewonnen door een Schwalbe (de eerste keer dat ik dat woord hoorde) die tot een strafschop leidde. Een beetje minder arrogantie was wel op zijn plaats geweest.

Helaas, we kunnen zondag niet zingen: “Deutschland, Deutschland, alles ist vorbei.” Daarom heb ik het gisteren maar vast gedaan. Spanje heeft verdiend gewonnen, want heeft gewoon beter gespeeld. Maar of ze nu zo sterk zijn? Tegen dit Duitsland hebben ze dat niet kunnen bewijzen. Van alle deelnemende landen aan het WK had minstens de helft van dit Duitse team kunnen winnen. Veel kansen zijn er eigenlijk niet geweest voor Spanje en de paar goede kansen die ze kregen werden op 1 na niet benut.

Maar toch zijn ze een Angstgegner, zoals dat in het Duits zo mooi heet. Want is Spanje niet Europees Kampioen? Zit er niet zoveel talent in het team dat dat op zich al angstaanjagend is? En van de twee finales die Nederland tot nu toe heeft gespeeld, heeft Nederland er tenslotte twee verloren. Twee trauma’s, al was de tweede keer verliezen niet zo erg als de eerste keer, omdat daar ook nog een oneerlijke strafschop bij betrokken was. Het is alweer 36 jaar geleden, maar de emoties kan ik me nog herinneren alsof het gisteren was.

Nu hebben we dus in Spanje een nieuwe tegenstander voor onze derde WK finale. Zo’n derde keer moet het toch lukken, zou je zeggen. Het Nederlandse gezegde: drie keer is scheepsrecht zal toch wel ergens op gebaseerd zijn? Als dat niet zo is, gebruik ik het voortaan niet meer.

Het zou fijn zijn als zondag het Nederlands elftal op zijn best is. Van Persie perst er toch nog een doelpunt uit, Van der Vaart scoort vanuit een terecht gegeven penalty en zendt een luchtkusje naar Sylvie. Arjen Robben scoort ook met de andere kant van zijn hoofd, en de verdediging zet de Spanjaarden klem, waardoor ze na hun eerste goal geen kant uitkunnen behalve misschien naar eigen doel. De Zilvervloot wordt verruild voor de Goudenbeker. Ik verheug me al op het interview met Frank de Boer als assistent coach na de wedstrijd. Dat wordt het gouden tv moment van het jaar. De tranen van Giovanni Van Bronckhorst, die afscheid neemt van het voetbal met een wereldtitel. En Yolanthe die half juli dan met haar gekroonde droomprins kan trouwen en aan een eigen elftalletje kan gaan werken (dat zal Jan Smit een lesje leren).

Mijn voorspelling: Spanje –Nederland 1 -3

maandag 5 juli 2010

Thuisbevalling: alleen nog voor de topsporters onder aanstaande moeders?

Het afgelopen weekend stonden de kranten weer vol met de discussie rond de volgens kenners hoge babysterfte in Nederland. Nu wordt de discussie aangezwengeld dat verloskundigen meer moeten consulteren met de gynaecologen. De risico’s zouden beter ingeschat moeten worden, dat zou zo’n 500 baby’s in Nederland het leven kunnen redden.

Het klinkt heel mooi. Iedereen in Nederland wil toch dat zoveel mogelijk baby’s levend geboren worden. Als je het verdriet kent van een ouderpaar dat na negen maanden zwangerschap met lege handen overblijft, weet je genoeg. Maar om de babysterfte in Nederland naar beneden te willen brengen door het thuisbevallen alleen nog maar voor topsportmoeders te reserveren, kan toch niet de oplossing zijn? Ook het zo snel mogelijk doorverwijzen naar gynaecologen kan toch niet het antwoord zijn?

Wie kent er niet het verhaal van de vrouw die tijdens haar zwangerschap in verband met risico’s wordt doorverwezen naar de gynaecoloog, maar als de bevalling zich aandient alleen een co-assistent aanwezig is. De gynaecoloog is toevallig net naar huis omdat het avondeten op tafel staat. Iemand die ik ken is zelfs zonder arts of co-assistent bevallen in een kamertje. Daar had van alles mis kunnen gaan.
Ook de verhalen over doodgeboren kinderen in ziekenhuizen waar telkens de gynaecoloog om consult is gevraagd, maar die niet komt lees je regelmatig in de krant. Het zal je maar gebeuren als je met het verdriet van een doodgeboren kind zit terwijl later blijkt dat tijdig ingrijpen het leven van je zo gewenste kind gered zou hebben.

Zolang we in Nederland nog geen garantie hebben dat vrouwen die in ziekenhuizen bevallen ook gegarandeerd de zorg krijgen die ze nodig hebben, dus 24 uur rond goede bezetting door gynaecologen is de discussie rond verloskundigen en thuisbevalling slechts een discussie rond een deel van het probleem. Laten we nu eens een goed onderzoek verrichten naar welke omstandigheden ervoor kunnen zorgen dat de babysterfte daadwerkelijk omlaag gaat. Niet de zwarte piet bij de verloskundigen leggen en dan daarbij nog suggereren dat zij niet tijdig doorverwijzen omdat dat hun geld kost.

Zelf ben ik drie keer bevallen onder leiding van een verloskundige. Tijdens alledrie de zwangerschappen ben ik zodra er iets van een complicatie dreigde (zoals zwangerschapssuiker, voorliggende placenta of ruim overtijd zijn) doorverwezen naar het ziekenhuis. Na uitsluiting van risico’s kon ik gelukkig thuis bevallen, waardoor ik me goed op mijn gemak voelde en de geboortes goed verliepen. Ik ben blij dat in Nederland de begeleiding rond de zwangerschap bij verloskundigen zo goed is geregeld dat ook niet-topsportmoeders thuis kunnen bevallen.

Maar natuurlijk moeten we alles doen om de risico’s rond de geboorte zoveel mogelijk uit te sluiten. Daar kan niemand tegen zijn. Maar kijk dan wel heel breed en gebruik niet de zoveelste tunnelvisie.