zaterdag 22 januari 2011

Meer Engels voor een betere communicatie?

Premier Mark Rutte is deze week in het nieuws omdat is vastgesteld dat hij wel heel veel gebruik maakt van Engelse termen in zijn communicatie met Kamer, journalisten et cetera. Zo noemt hij zichzelf geen “old school politican”, wat dat ook mag zijn ( oftewel in het Engels “whatever that means” zoals Prince Charles ooit antwoordde op de vraag “Are you in love?”van een journalist bij het bekend maken van zijn verloving met Lady Diana Spencer .)

Mark Rutte verklaart zijn veelvuldig gebruik van Engelse termen uit de tijd dat hij nog voor Unilever werkte en veel in het Engels moest communiceren. Maar dat is toch al een tijdje terug. Hij heeft al eerder in een kabinet gezeten en is daarna ook nog een aantal jaren Kamerlid geweest. Bovendien viel het in die tijd niet zo erg op, terwijl zijn Unilever periode toen recenter historie was dan nu.

Wat kan de verklaring dan zijn voor het veelvuldig gebruik van Engelse woorden? Het staat “cool”, het past bij de opkomst van bijvoorbeeld nieuwe communicatiemiddelen als Twitter en FaceBook. Ook geeft het aan dat je breed georiënteerd bent en je helemaal hebt losgemaakt van de oer-Hollandse samenleving die inhoudt dat maandag wasdag is, woensdag gehaktdag, vrijdag vis, het doel van elk uitstapje is om gezellig weer naar huis te gaan en het zondagse bezoekje aan de schoonmoeder. Maar ja, die heeft Mark Rutte natuurlijk sowieso niet.

In een vorig leven heb ik zes jaar Engels gestudeerd. Ja, dat was in de tijd dat studenten nog lekker lang over hun studie mochten doen, ondertussen genietend van het bruisende studentenleven. Het was een leuke tijd. Toch heb ik nooit de neiging gehad veel Engelse woorden in mijn Nederlands te verwerken. Ook niet sinds ik in de politiek zit en dat is zo ondertussen ook al weer dertien jaar.

Maar, Rutte vaart er wel bij. Hij wordt volop geroemd om zijn goede communicatie en dat terwijl hij dus woorden gebruikt uit het Engels waarvan veel Nederlanders niet eens weten wat hi j ermee bedoelt. Maar misschien is dat wel het geheim van zijn succes en het geheim van een goede communicatie: je gooit er af en toe een term tussendoor die mensen niet begrijpen en dan denken ze meteen dat je wel heel slim moet zijn dat jij die term zomaar kan gebruiken.

Misschien is het iets dat ik toch maar eens moet gaan toepassen in mijn alledaagse Beverwijkse gemeenteraadspraktijk. Maar dan moet ik natuurlijk wel een hele serie uitdrukkingen en woorden gebruiken die een beetje origineel zijn. Anders kun je net zo goed de vaste politieke uitdrukkingen blijven gebruiken, zoals “Dat is een tunnelvisie, of: dat is appels met peren vergelijken. Of: dat verdient niet de schoonheidsprijs”.

Even het woordenboek erbij pakken. Misschien kan ik “to keep up with the Joneses” (zijn stand ophouden) eens gebruiken. In de discussie rond verhoging ozb zou deze zo gebruikt kunnen worden. “De gemeente Beverwijk moet de ozb wel verhogen, “to keep up with the Joneses”. Of als ik het ergens mee eens ben, kan ik beginnen met “A big hand for…”. Of ik vraag “reported progress” van de portefeuillehouder als ik wil dat hij een stand van zaken geef. Of als ik vind dat kosten tussen Heemskerk en Beverwijk eerlijk verdeeld moeten worden, heb ik het over “to space payments”. Of als een voorstel weinig oplevert: het voorstel “yields poorly”.

Maar een toepasselijke is ook “to put your money where your mouth is”. Als je iets wilt, moet je ook het geld leveren dat nodig is om het te financieren. Dus ook de dekking aanleveren. En deze stond niet eens in het handwoordenboek. Ook een leuke, voor als een portefeuillehouder teveel gaat zwalken is: “steady your helm”. Of als je het niet vertrouwt:"I smell a rat". Een voorstel waar geen ruggengraat uit blijkt , noem je “spineless”. Een verkwistende wethouder verwijt je “spendthrift”(je moet het natuurlijk wel kunnen uitspreken). Of je zegt als een wethouder grote risico’s neemt, terwijl hij onzeker overkomt dat hij zich moet voelen als “a canary in a coalmine”.

Ja, de communicatie zal zo in ieder geval verrassender worden. Ik moet het woordenboek nog maar wat verder uitpluizen, want ik wil op zoek naar echt originele uitspraken. Veel kennis van het Engels is in de afgelopen vijfentwintig jaar weggezakt. Maar, “there’s no time like the present” en ik zal me er weer eens in gaan verdiepen. Alles ten behoeve van een betere communicatie in de gemeenteraad.

dinsdag 11 januari 2011

Bijna 50 plus

Vandaag las ik in De Volkskrant een artikel over de 50 plus partij van Jan Nagel. Een nieuwe partij, die aan de Provinciale Statenverkiezingen wil meedoen en denkt daar wel wat zetels te kunnen scoren. Volgens Nagel zelf mikt hij op de ouderen die teleurgesteld zijn in de PVV die zijn standpunt over de AOW slechts kort na de verkiezingen over de helling gooide.

Nu heeft Jan Nagel aan meerdere partijen in het verleden meegewerkt en hij is blijkbaar niet vies van een vervolg op zijn politieke carrière op zijn 71 ste. Hij wil zelf dus graag doorwerken ver na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Iedereen die boven de vijftig is, wil hij aanspreken. Nu ben ik in de gelukkige omstandigheid dat ik na morgen ook 50 plus ben (want dat ben je namelijk een dag na je vijftigste verjaardag al). Maar ik voel me helemaal niet aangesproken door een man als Jan Nagel die net zo vaak van partij wisselt als Liz Taylor of Zsa Zsa Gabor van man wisselden in het verleden. Iemand die zo makkelijk het principe hanteert van “zoals de wind waait, waait mijn jasje” wekt bij mij wantrouwen op.

Als 50 plusser moet je oppassen dat je geen marketingproduct wordt. Nu weet ik dat bioscoop Cineworld sinds enige jaren de 50 plussers verwend met een speciale donderdagmiddagvoorstelling, waarbij je voor gereduceerd tarief naar de film kunt en dan ook nog een kopje koffie met cake gratis krijgt. Je kunt tegenwoordig zelfs kiezen uit drie voorstellingen. Dat is een leuke actie en aangezien ik donderdag vrij ben en morgen dus 50 wordt, hoop ik daar regelmatig gebruik van te maken. Dan neem ik het maar op de koop toe dat koffie met cake me ergens anders aan doet denken, namelijk aan een speciale gelegenheid waar je als 50 plusser vaker verschijnt dan je lief is. (Ja, dat bedoel ik dus).

Maar ik vertik het om een aparte doelgroep te vormen voor een politieke partij. Wat een onzin. Een politieke partij moet alle leeftijden vertegenwoordigen en daarbij de belangen van elke groep in de gaten houden. Maar vooral het algemeen belang. We kunnen nu eenmaal niet doorgaan met de pensioenen op deze hoogte te houden en dan als gegeven aannemen dat toekomstige generaties het zonder zullen moeten stellen. Denk maar aan de onder-dertigers van nu. Een vaste baan hebben ze al vaak niet (ze moeten het doen met jaarcontracten), een koophuis is niet te betalen. Een huurwoning in de sociale sector kunnen ze wel vergeten. Kinderopvang gaat hun een groot deel van het gezinsbudget kosten en dan staat hun ook nog te wachten dat ze tot hun zeventigste door zullen moeten werken en geen pensioen zullen ontvangen.

Nee, dat is een horrorscenario en dat wensen we onze kinderen echt niet toe. Dan zelf maar langer doorwerken, minder pensioen ontvangen en de uitgaven bijtijds terugschroeven, zodat we niet op een houtje hoeven te bijten. Maar laat alsjeblieft de jongere generaties niet in de kou staan. Er is niets mis met de oude politiek van solidariteit tussen de leeftijdsgroepen.

Dus weg met de 50 plus partij. Hopelijk richt Jan Nagel hierna niet ook nog eens een partij op die op gaat komen voor zielige figuren die de politiek niet los kunnen laten. Want die zijn er genoeg en zo’n partij zou wel eens op 1 of 2 zetels kunnen rekenen.

donderdag 6 januari 2011

Bijna vijftig

Ik kan er bijna niet van slapen: volgende week woensdag wordt mijn tweelingzus vijftig jaar en aangezien ik haar tweelingzus ben, geldt hetzelfde voor mij. Maar ik ben na de eerste aarzeling (omdat het wel oud klinkt) helemaal omgeturnd naar het positieve. Want het feit dat je vijftig wordt, geeft aan dat je tot een speciale categorie Nederlanders gaat behoren, namelijk de groep die:

Openlijk kritiek mag hebben op de gladheidsbestrijding van de afgelopen jaren, want “vroeger was alles beter, dus ook de gladheidsbestrijding”. Daar moet wel bij aangetekend worden dat nu de dooi flink ingevallen is, de gladheidsbestrijding helemaal op orde is.

Af en toe eens wat gas terug mag nemen en niet altijd meer mee hoeft te doen in de rat race. Je hoeft niet meer a la minute beslissingen te nemen. Men begrijpt dat je graag een afgewogen oordeel wilt geven. Dit komt vooral goed van pas in de politiek. Je komt al een klein beetje in de richting van wijs. Eigenwijs waren we altijd al.

Gelukkig niet behoort tot de babyboomers, dus wij worden niet verantwoordelijk gesteld voor de grote, grijze golf. Bovendien zijn we nog niet grijs, want de haarproducten van tegenwoordig verdoezelen dat nog aardig. Ook mannen mogen hun haren verven, al zullen niet veel mannen van deze generatie dat doen. Als grijsharig manmens word je toch gauw als eminence grise gezien en wie wil dat nu niet. Vrouwen kunnen beter wel blijven verven, want anders vinden ze je meteen een oud wijf en dat wil toch niemand van vijftig zich laten gebeuren?

Iin de leeftijdsgroep komt dat velen van ons opa en oma worden. Nu mag dat in mijn geval nog wel wat jaartjes duren, maar het is zeker een leuk vooruitzicht. Ik verheug me al op het voorlezen, want de kast staat vol met boekjes die zich daar voor lenen. Ook achter de zolderluiken ligt speelgoed dat wel voldoende is om vijf kleinkinderen tegelijktijdig bezig te houden.

Als hij/zij in de spiegel kijkt, zichzelf echt niet langer voor de gek kunt houden dat hij/zij jong is. Maar zeg nou eerlijk, je was vijf jaar geleden ook niet jong meer. Nu kun je het tenminste met bravoure dragen: “Ik ben 50, wat is daar mis mee”. Je mag net wat brutaler zijn dan een veertiger. Je kunt eindelijk eens lekker mee klagen over de jeugd van tegenwoordig. Dat verwacht men ook van je.

De groep die zich niet langer hoeft te schamen dat het favoriete tijdverdrijf lezen is. Een mooie, rustige hobby. Helaas tegenwoordig wel af en toe (bij slecht licht) met een leesbril. Maar tegen de tijd dat we eenenvijftig worden, zal ook bij goed licht de leesbril ons gezicht (ont)sieren. Wandelen mag ook eindelijk. Wandelen is echt een geschikte hobby voor vijftigers! Je ziet bijna niet anders in de duinen. Alleen staat het me nog wat tegen om dan ook meteen met zo’n rugzak te lopen, waarmee je aangeeft dat je echt de hele dag gaat wandelen. Je hebt dus een appel mee, boterhammen en een fles water. Misschien dat ik daar dit jaar nog ingroei, wie weet.

Op tijd naar bed gaat. Je bent tenslotte geen 18 meer. Geen stoere verhalen meer over tot diep in de nacht in de kroeg hangen en om half zeven weer fit je bed uit. Nee, eerlijk vertellen dat je doordat je elke dag vroeg opstaat in het weekend doodmoe bent, waardoor je dan toch echt tot negen uur uitslaapt en de rest van het weekend het lieft wandelt en leest en voor de televisie op de bank hangt, of achter de I-pad.

Ja, en dat ik ook zoiets wat mag als je 50 wordt: moderne snufjes kopen, waardoor je wel met je tijd blijft meegaan. Mijn mailtjes geven dan ook regelmatig de boodschap: verstuurd vanaf mijn I-pad. Ja, ja de midlifecrisis is een beetje aan ons voorbij gegaan. Dat was iets voor de vorige generatie. Wij doen het gewoon tien jaar later.

Al met al genoeg reden om opgewonden te zijn over het feestje dat volgende week te wachten staat. Het leven is sowieso een feestje, zolang je er maar aan denkt om zelf de slingers op te hangen.