maandag 30 augustus 2010

Meer 'mannelijk' onderwijs graag?

Vandaag schrok ik van een stukje in de krant van de vaste columnist René Diekstra. Want wat blijkt nu, dhr. Diekstra heeft geconstateerd dat er veel te veel vrouwelijke onderwijskrachten op de basisscholen werken. Hij suggereert aan ouders, dat ze maar eerst eens moeten gaan kijken of er wel voldoende mannen op school werken, alvorens hun kind daar af te leveren. En dat allemaal met de argumentatie dat sommige onderwijzeressen gewoon niet goed met jongens kunnen omgaan. Zij “hebben niet zoveel met de interesses van jongens en de manier waarop die met de dingen omgaan.”

Wat een miskleun van dhr. Diekstra in dit artikel. De voornaamste reden dat er meer vrouwen voor de klas staan, is dat mannen het beroep van onderwijzer op de lagere school over het algemeen niet bepaald ambiëren. Het is een beroep met lage status, de betaling lijkt niet op het bedrijfsleven en zelfs de lange vakanties wegen daar blijkbaar voor hen niet tegenop. De meeste vrouwen op de basisscholen zouden best meer mannelijke collega’s willen hebben. Het is tenslotte leuk om te werken in een gemengd team. Maar waar niet is, verliest de koopman zijn recht. De mannen zijn met een zaklantaarntje te zoeken en daar zal niet snel iets aan veranderen.

Dus waar slaat het nu op dat ouders scholen met voornamelijk vrouwen maar links zouden moeten laten liggen. Zouden die vrouwen nu echt geen benul van jongetjes hebben? Zouden de meesten niet zelf moeder zijn en misschien zelfs wel moeders van jongetjes? Misschien zelfs wel van lastige jongetjes? Zo zeldzaam zijn die tenslotte niet. Als ze met hun eigen zonen goed om kunnen gaan, zouden ze daar in de klas dan niets van terecht brengen?

En dan de mannelijke leerkrachten. Ik snap dat een jongetje zich eerder als rolmodel aan een onderwijzer spiegelt. Maar zijn alle mannen nu zo goed met het omgaan met jongetjes en vooral met de lastige jongetjes? Mijn ervaring op een middelbare school heeft mij geleerd dat het omgaan met lastige jongetjes vrouwen juist vaak beter afgaat. Mannen willen er nog wel eens keihard ingaan om de strijd met zo’n leerling te winnen. Zou dat de kwaliteit van het onderwijs aan zo’n jongen ten goede komen?

Als lerares op de middelbare school vond ik het altijd een uitdaging om ook de jongens iets voor te schotelen waar ze iets mee konden. En jongens waarvan je zag dat ze moeilijk op hun stoel konden blijven zitten, liet je wel eens naar de andere kant van het gebouw lopen om blaadjes te halen. Dan kwamen ze weer wat rustiger terug en konden ze aan een serieuze oefening beginnen. Jongens kun je ook gewoon wat extra aandacht geven als je ziet dat ze dat nodig hebben. Even met ze praten over waar hun problemen bij een proefwerk hebben gelegen. Als docent Nederlands besteedde ik ook aandacht aan boeken die jongens aanspreken, zoals “Aan de bal”van Lieneke Dijkzeul. Afwisseling binnen de les is een vereiste en daar houd je ook snel afgeleide kinderen mee bij de les.En wat ook heel belangrijk is: de kinderen laten voelen dat ze ertoe doen. Dat je ze serieus neemt en echt naar ze luistert. Ik geloof niet dat de meeste vrouwen daar slechter in zijn dan mannen.

Ik vind het schandalig dat dhr. Diekstra, voor wat misschien wel zijn eerste column na de vakantie is, laat verleiden door de algemeenheden die ik in deze column lees. Ik dacht dat hij wel wat verder keek dan zijn neus lang was. Maar zo zie je maar, ook mensen die regelmatig iets zinnigs schrijven kunnen af en toe de plank flink misslaan.

2 opmerkingen:

  1. Ik denk dat Diekstra wel een punt heeft met zijn opmerking dat vrouwelijke leraren zich onvoldoende kunnen verplaatsen in de interesses van mannelijke leerlingen.
    Op de middelbare school las ik Jaap ter Haar's Grote sagen van de donkere middeleeuwen, Pelsjagers in de Taiga, Havank, OSS117, De Saint en lette vooral op wat mijn oudere broers en mijn vader lazen: Ik Jan Cremer, fel realistische verhalen van Harold Robbins, , Wie geeft me jatmous, verhalen van een taxichauffeur, later Turks fruit en de Belgische schrijvers. Ik las alles, behalve boeken voor lagere schoolleerlingen, want die had ik toen al gelezen. Jij vindt dat je goed bezig bent als je de fantasie van pubers prikkelt met een boek voor jongens van 10 jaar en ouder (lagere school). ‘’Aan de bal’’ van Lieneke Dijkzeul lijkt mij een boek als de AFC-ers, de Katjangs, heel leuk, maar lagere school boeken.
    Nu ik erop terugkijk, in mijn schooltijd heb ik geen enkele lerares of docente meegemaakt aan wie ik goede herinneringen heb. De leraressen waren altijd alleen maar lerares. De goede leraren bewandelden ook zijpaden en waren ook mens. Al met al kijk ik met plezier terug op mijn schooltijd. Misschien is Diekstra wat op het spoor?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jan, Ik denk dat je veel jongeren van nu totaal niet kunt vergelijken met de jongeren van vroeger.Het gaat niet altijd om het prikkelen van puur intellectuele ontwikkeling, het gaat vaak om het aanspreken van interesses. En jongens zijn nu eenmaal vaak geinteresseerd in voetbal. En zeker in de brugklas is het zaak om ze aan het lezen te houden.
    Ik zou het jammer vinden als je het klakkeloos eens bent met Diekstra. Zo ken ik je niet. Meestal probeer je genuanceerder te zijn.

    BeantwoordenVerwijderen