woensdag 20 april 2011

De mus, de merel en de betweter

Heeft u wel eens een mus gezien die zich bemoeide met hoe een merel zijn nest bouwt? Die kwettert dat het stom is om geen plastic te gebruiken, omdat dat juist zo goed isoleert en geen water doorlaat. Of een duif die kritiek heeft op het harde geluid dat twee nestelende Vlaamse gaaien maken, terwijl hij zelf de hele tijd aan het roekoe-en is? Of een koolmees die zich druk maakt over het feit dat de kauwen de grootste en vetste wurmen uit de grond pikken, zodat er voor hem slechts kleine scharminkels resten?

Nee, natuurlijk niet. Vogels hebben wel iets beters te doen dan zich druk te maken over de dingen die een andere vogel doet. Ze moeten eerst een geschikte partner vinden om samen deze lente en zomer door te brengen, dan moeten ze snel op zoek naar een geschikt plekje om het nest te bouwen. De ene soort doet dat onder oude dakpannen, de ander zoekt het wat lager op in struiken en heggen en sommigen maken hun nest heel hoog boven in een boom.

In de natuur is geen ruimte voor betweters. In de natuur zou een vogel die betweter is, waarschijnlijk snel aan zijn of haar einde komen. Als je je druk maakt om de andere vogels heb je geen tijd om zelf een nestje te bouwen, dus nageslacht kun je dan wel vergeten. Als je al niet door de kat van de buren gepakt wordt, die wel van een verzetje houdt. Je eindigt dan in een kattenbek, niet een benijdenswaardige positie voor een vogel.

In de mensenwereld zijn echter meer betweters dan je zou wensen. En de politiek is zelfs dik bezaaid met betweters. Mensen die altijd alles beter menen te weten. Een wijze van aanpak is per definitie de verkeerde, uitgegeven geld is per definitie zonde geld, of een verordening heeft wel twintig punten die anders geformuleerd hadden moeten worden. Iets kan nog zo goed doordacht zijn, de betweter weet het beter. Of denkt dat in ieder geval.

De tijd die daarom aan de vergaderingen besteed wordt, kan hierdoor enorm oplopen. Als je alle 10 beslispunten van een besluit aan het eind van je betoog nog eens doorneemt, neem je qua spreektijd toch gauw meer dan 10 minuten in beslag. En als je een dik boekwerk van 40 pagina’s beschouwt en op 15 pagina’s iets aan te merken hebt, kan een vergadering ook gefrustreerd worden qua tijdplanning. De streeftijd van half elf om te eindigen leidt tot a. de mogelijkheid dat de agendapunten die nog niet behandeld zijn door worden geschoven naar een volgende (extra) vergadering of b. dat het gewoon nog een stuk later wordt, bijvoorbeeld kwart over elf.

Om de raads- en commissievergaderingen aantrekkelijker te maken voor burgers, maar zeker ook voor aanstormend politiek talent, zullen we anders met onze betweterigheid moeten omgaan. Gewoon voor een vergadering dit soort zaken op papier zetten en de vragen vast doorspelen naar de ambtelijke organisatie en wethouder. Dan kan de vergadering, die later plaatsvindt, aanzienlijk bekort worden.

Dus; ruim baan voor de betweters, maar wel op de tijd en plaats die beter uitkomt. Dus; schriftelijke detailvragen stellen en in de vergadering moeten we ons voortaan beperken tot inhoudelijke discussie.

Misschien kunnen we dan zelfs wel eens gaan overwegen om in het nieuwe stadhuis burgers in groepjes uit te nodigen om naar onze vergaderingen te komen kijken. En als we ze dan niet meer afschrikken, willen ze misschien ook wel meedoen en hebben wij onze opvolgers gevonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten