zaterdag 4 december 2010

In winters weer kweekt men kasplantjes

Deze week was het al vroeg winter. Maandag begon het al te sneeuwen en het winterse weer heeft tot nu toe de hele week aangehouden. De een vindt het lekker om door de sneeuw te kuieren, de ander heeft meer moeite vooruit te komen en hoopt dat de dooi snel inzet en de viezigheid van de straten en stoepen verdwijnt. Voor ReinUnie was het een uitgelezen mogelijkheid om het aangepaste gladheidbestrijdingsplan eens goed door te spitten. Het was een mooie oefening als opmaat naar langere periodes slecht weer, zoals we de afgelopen winter hadden.

De eerste de beste dag bleek dat er nogal wat hiaten zaten in de uitwerking van het plan. Zo was het voor de fietsers op de Alkmaarseweg maandag onmogelijk om op de fietsstroken te fietsen. Die werden om een onverklaarbare reden niet geveegd. De autowegen wel. De auto’s reden de middenstukken al snel schoon, maar de viezigheid verplaatste zich daardoor naar de zijkanten waar de fietsers hun weg moesten trachten te vinden. Waarom rijdt er nu geen karretje op de druk bereden fietspaden langs de Alkmaarseweg? Juist die weg is door het niet vrij liggen van de fietspaden zo gevaarlijk met sneeuw.

Zelf ben ik geen held als het gaat om fietsen in de sneeuw. Zo lang er een klein laagje ligt, gaat het nog wel, maar als de sneeuw substantieel wordt blijft mijn fiets in de schuur. Dan ga ik lopen. Dat is trouwens heel lekker, lopen door de sneeuw. Ik heb warme laarzen aangeschaft in de uitverkoop, die veel profiel hebben, waardoor je de grip op de sneeuw behoudt. ’s Ochtends sta ik vroeger op, want lopen kost nu eenmaal meer tijd dan fietsen. En dan vertrek ik mooi op tijd naar mijn werk, dat zo’n twintig minuten lopen van mijn huis is.

Onderweg kom ik langs de middelbare school van het Kennemer College aan de Bullerlaan. De school waar ik jarenlang gewerkt heb. Tot mijn verbazing zie ik auto’s af en aan rijden. Er blijken geen docenten in te zitten, maar ouders van leerlingen die hun kroost afzetten, het liefst op de stoep van de school. Zo hoeft het kroost maar enkele tientallen meters nog te overbruggen naar de leerlingeningang.

Als ik ’s middags terugloop, is het omgekeerde proces aan de orde. De ouders staan weer braaf te wachten met ronkende motoren om de kinderen weer op te halen. Want het is blijkbaar ‘not done’ om Pietje of Marietje ’s middags naar huis te laten lopen. En dat terwijl de meesten die worden gehaald of gebracht ook slechts een half uurtje lopen van school af wonen.

Dat op de vroege ochtend ouders kinderen naar school brengen kan ik me nog wel voorstellen, al vind ik dat ze op de middelbare school hun kasplantjes eigenlijk toch wel naar de koude grond zouden mogen verplanten en ze hun eigen weg door de sneeuw naar school zouden kunnen laten vinden. Er was tenslotte nog geen sprake van een weeralarm of dergelijke.

Maar ’s middags? Kan het kwaad als een kind dertig minuten wandelt of gedeeltelijk fietst en loopt? Volgens mij niet. Ik kan me de zware sneeuwstormen van de winter ‘79/’80 herinneren. Ik zat in de laatste klas van het atheneum en heel veel dagen lag er dikke sneeuw. Dat de leerlingen die van Castricum naar Beverwijk moesten fietsen met de bus kwamen, konden wij ons goed voorstellen. Dat was wel een heel lang stuk om te lopen. Maar de rest kwam gewoon lopend of ploeterend met de fiets door de sneeuw naar school.

Tot die ene ochtend in februari dat er een echte sneeuwstorm woedde. Mijn moeder zei dat we gewoon moesten gaan, al hadden we daar niet zo’n zin in."Natuurlijk gaat school door met dit weer." Mijn zus en ik ploegden door de sneeuwstorm en kwamen uiteindelijk bij school aan om te constateren dat wegens de sneeuwstorm de school gesloten bleef. Terug naar huis maar weer. Mijn moeder vond het maar onzin dat de school dicht was, al bleek later dat in heel Nederland grote problemen waren met het verkeer en dat in Friesland dorpen onbereikbaar waren geworden. Het leverde trouwens wel mooie plaatjes op.

Maar de kasplantjes van tegenwoordig zien de sneeuw alleen nog maar van achter de ramen van de auto, van achter de ramen van de school en van achter de ramen van de huiskamer. Gelukkig gaan ze in de pauze nog wel even buiten sneeuwballen gooien. Het blijven tenslotte kinderen. Maar dan lekker weer de schoollokalen in en daarna weer lekker warm op de achterbank.

De ouders van deze kinderen doen hun kroost veel te kort. Laat ze ervaren hoe lekker het is om na een barre tocht thuis te komen, waar de kachel lekker brandt. Geef de kinderen de mogelijkheid op te groeien tot echte Hollandse jongens en meisjes die flink zijn met de paplepel ingegoten kregen. De kasplantjes van nu worden de ouders van de kasplantjes van later. Hele generaties die opgroeien zonder ooit te hebben hoeven afzien in winters weer. Ze zouden eigenlijk eeuwig de achterbankgeneratie kunnen blijven heten, maar de kenners hebben besloten dat de jeugd van nu de ‘grenzeloze generatie’ is. Ze kunnen alles bereiken wat ze willen, de hele wereld ligt voor ze open, maar wel van achter de ramen van moeders auto.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten